








|
|
- De zalving in Bethanië
(Marcus 14, 3-11)
Toen Jezus aan tafel aanlag voor de maaltijd in het huis van
Simon de melaatse daagde plots een vrouw op. Ze had een albasten
flesje bij zich met daarin een heel dure parfum. Ze brak het
flesje en goot de parfum over het hoofd van Jezus. Het gebaar
wekte verwondering en enkele tafelgenoten waren verontwaardigd:
Waarom al dat geld zomaar verspillen? Waarom die luxe? Dat is
dwaas! In plaats van deze ondoordachte uitgave had men iets kunnen
doen voor de armen. En ze waren woedend op die vrouw.
-
|
Jezus laat zich doen door die vrouw. Met haar gebaar drukt
ze al haar liefde voor hem uit. Ze vraagt niets. Ze geeft zich
helemaal in dit gulle gebaar. |
-
- Voor wat ze geeft vraagt ze niets terug. "Voor wat
hoort wat": op die basis steunen onze menselijke relaties
gewoonlijk, en we zijn ervan overtuigd dat een mens niets doet
als hij daaruit geen persoonlijk voordeel kan halen. In de dagelijkse
omgang met elkaar zijn we gewend te ruilen. Wat wij voor de anderen
doen, daarvan verwachten wij dat zij het ook voor ons doen. En
als er geen wederkerigheid is klagen wij over een gebrek aan
erkentelijkheid van hun kant. Als iemand zonder berekening gééft,
zoals deze vrouw, dan zijn we verwonderd. De handelslogica, waarin
mensen het recht respecteren - wat op zich al niet slecht is
- wordt verlaten als iemand de weg inslaat van de echte vrijgevigheid,
en verder gaat dan wat de strikte rechtvaardigheid vraagt.
-
In de evangelies zijn het, buiten Jezus, alleen vrouwen die
dergelijke uitzonderlijk gulle gebaren stellen. In parabels,
zoals die van de verloren zoon, doet Jezus ons begrijpen dat
dit Gods manier van doen is jegens ons. God geeft zonder te rekenen.
Vandaar de uitnodiging van het evangelie: "Voor niets
heb je gekregen, geef dan ook voor niets". |

|
-
- Jezus zal zich ook wel herkend hebben in het gebaar van
die vrouw. Wanneer hij zijn lijdensweek ingaat geeft hij àlles,
net als zij. Maar nu de leerlingen de aandacht vestigen op de
armen die bij de maaltijd niet aanwezig zijn, bespeelt Jezus
hetzelfde register: is hij niet de arme onder hen? De leerlingen
beseffen niet in de geringste mate dat ze met een arme te doen
hebben wiens proces nu geopend zal worden en die de doodstraf
riskeert. Jezus zelf weet dat zijn uur nabij is en dat hij zal
overgeleverd worden.
-
- Is die verwijzing naar de armen geen voorwendsel om de
vrouw aan de kant te zetten? Zij gaat op een ongewoon vertrouwelijke
manier om met Jezus, bij wie ze welkom is en die haar laat begaan.
-
|
Judas marchandeert met de hogepriesters. Welk een contrast
met de houding van de vrouw, de enige die niet in die logica
binnentreedt! Judas levert Jezus over voor een som geld. Hij
verkoopt zijn meester voor slechts dertig denariën - terwijl
die vrouw een gekke prijs had uitgegeven voor parfum! |
-
- Jezus is de enige die het gebaar van de vrouw verstaat.
Hij verdedigt haar en brengt haar de mooist denkbare hulde wanneer
hij de uitzonderlijke draagwijdte van haar gebaar onderstreept:
"Ze heeft al op voorhand mijn lichaam gezalfd voor de
begrafenis".
|