Januari 1995: Een terugblik |
Op 13 januari 1995 werd Jacques Gaillot door Johannes Paulus
II uit zijn ambt ontzet als bisschop van Evreux. Hij wird benoemd
tot bisschop van Partenia, een bsdom dat sinds de vijfde eeuw
verdwenen is onder het zand van Sahara. Jacques Gaillot heeft
deze benoeming als een uitdaging opgenomen. Partenia is weer
tot leven gekomen, als een wereldwijd virtueel bisdom.
|
Persmededeling van Jacques Gaillot (13 januari 1995)
|
||
Mededeling van Jacques Gaillot om voor te lezen in de kerken van zijn bisdom EvreuxJullie hebben mij zo vaak gelukkig gemaakt
|
||
Mededeling van de bisschoppelijke vicarissen van mgr. Gaillot om voor te lezen in de kerken van hun bisdom op 15 januari 1995
|
||||
|
||||
Ik voel me gelukkig bij het zien van deze bijeenkomst van de meest uiteenlopende vrouwen en mannen. Door jullie kleuren, door jullie gevarieerde talenten, maken jullie mijn leven mooi. Dank aan alle bejaarden en aan de zieken die mij verzekerd
hebben dat ze voor mij zouden bidden, dank aan de kinderen die
mij een tekening hebben aangeboden. Dank aan de priesters en
de diakens van Evreux die me hebben bijgestaan en gesteund. Dank
aan de bisschoppen voor hun aanwezigheid. Dank aan hen die mij
dikwijls - en tot deze laatste dagen -
Dank ook aan allen die niet geloven dat ze aan 'geloven' toe zijn. De kritische waakzaamheid van ongelovigen is levenwekkend : ze houdt het evangelisch geweten van de christenen wakker. Laten we ons verheugen over de verscheidenheid in onze bijeenkomst. We hebben elkaar nodig om op een creatieve manier te leven. En hier zijn we dus nu samen om het boek van het Leven te openen, het Woord van God is licht voor onderweg. Woord dat de harten van hen die gekwetst zijn geneest en bevrijdt. Laat geen haat bestaan, geen geweld in ons. Ons hart is niet gemaakt om te haten. Dat de aarde beeft in Japan, dat de mensen elkaar verscheuren in Tsjetsjenië, dat werklozen jongeren door de donkere buurten van onze voorsteden dwalen, is al meer dan genoeg verdriet voor God. Ween niet. Loop niet als mensen in de rouw. Deze dag is een dag van feest en van vreugde. De vloedgolf van vertrouwen en solidariteit die bij de meest uiteenlopende mensen losgeslagen is, is een teken van hoop. Datgene wat gebeurd is openbaart de diepe verwachtingen die er leven, zowel in de maatschappij als in de kerk. Een diep verlangen naar vrijheid van spreken, naar het recht op verscheidenheid, naar respect voor de waardigheid van ieder mens, naar democratie. Het zijn waarden die veel mensen opeisen en verwachten, want vaak genoeg handelen en beslissen mensen op verantwoordelijke plaatsen zonder rekening te houden met de mensen. De apostel Paulus nodigt iedereen uit om op zijn plaats zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Het Lichaam van Christus, dat is het Volk van God, hier in Evreux, en overal. Dat zijn alle gelovigen, alle communauteiten die van ver gekomen zijn, om op dit uur het Volk van God te zijn, samengekomen voor de Eucharistie, voor de Dankzegging. Het Lichaam van Christus vormt een geheel, dat door niets of niemand gebroken mag worden, hier niet en elders niet. "Wees één," zegt Jezus opnieuw, opdat de wereld zou geloven dat Gij me gezonden hebt." (Joh. 17, 21). Het Lichaam van Christus bestaat nog niet in zijn volheid zolang er muren tussen de mensen zijn, en meer nog, tussen de christenen, zolang niet allen " wier dorst gelest werd door de Enige Geest" zullen genieten van een echte erkenning in broederlijke liefde. Het Lichaam van Christus , het Volk van God dat jullie hier vertegenwoordigen op dit moment, is een plaats waar medelijden woont en alles gedeeld wordt. Als één lid lijdt, dan delen alle leden in zijn leed, als één lid eer wordt gebracht, delen allen in zijn vreugde. Jullie allen hier aanwezig, maak dat het Volk van God een toekomst heeft. Jullie zijn het Lichaam van Christus. Elk van ons op zijn plaats, zijn we leden van dit Lichaam. Elk van jullie op zijn plaats, welke die ook mag zijn, draagt er zijn verantwoordelijkheid. En die verantwoordelijkheid van het Volk van God, dat is
zijn zending. Het Evangelie van Lucas herinnert er ons aan dat
het de zending is van Christus zelf, en dat ze naar hem toe komt
vanwege God. Deze zending is niemands bezit. Niemand mag ze zich
toe-eigenen en zich er de eigenaar van noemen. Elke gedoopte
is er drager van, in de gemeenschap van de Die zending is niet veranderd sinds de dag dat Jezus, steunend op de profetie van Jesaja, haar eens en voor altijd omschreven heeft : De Geest van de Heer rust op mij Dit Schriftwoord, dat jullie zojuist hebben beluisterd,
het is vandaag dat het voltrokken wordt. Het wordt voltrokken
als wij het verkondigen in de meervoudsvorm, en in het heden.
De Heer zendt ons - jullie en mij - op de verschillende wegen
die de onze zijn en zullen zijn. De Heer zendt ons vandaag overal
heen om naar mensen toe te gaan, vrouwen en mannen, om Wat ik met jullie beleefd heb in dit bisdom Ereux, dat wat ik elders heb beleefd in allerlei omstandigheden en bij allerlei gelegenheden, toont me klaar en duidelijk dat deze woorden van Christus de enige weg zijn van de Zending. Elke christen, elke gemeenschap, elke Kerk die niet eerst en vooral de weg kiest naar de pijn en de ellende van de mensen, maakt geen enkele kans om gehoord te worden als drager van Goed Nieuws. Elke mens, elke gemeenschap, elke Kerk die niet eerst en vooral een broeder wordt van elke mens, zal nooit de weg naar diens hart vinden, die geheime plaats waar dat Goede Nieuws ontvangen kan worden. Wat mij betreft, verbonden met de Kerk, zal ik mijn weg
verderzetten om aan armen het Goede Nieuws te brengen. Het Evangelie
is een boodschap van vrijheid en van liefde. God verkondigen
op vandaag, dat is de vrijheid van de mens verdedigen, wie hij
ook is. De vrijheid om waarlijk mens te worden, dat is ook leven
van solidariteit, in het bijzonder de Het Lichaam van Christus is niet af, het is zich aan het
opbouwen. Laten we ervoor zorgen dat het toekomst heeft, elk
op onze manier, door respect te hebben voor mensen, door de vrijheid
van geweten en van meningsuiting te waarborgen, door ons open
te stellen voor de wereld die ook de wegen zoekt voor zijn toekomst.
Elk van ons is een kleine cel : noodzakelijk voor het leven van
het geheel. Voelt ze zich monddood gemaakt, kapotgemaakt, uitgesloten
- het hele De Zending gaat voort. Ook die Zending is niet ten einde. Laten we haar toekomst geven, elk volgens zijn roeping, inspelend op wat gebeurt, met zijn eigen gaven. Een Zending die van langs om meer broederlijk is : een Zending die trouw is aan de aandacht voor de mens die Jezus bij voorkeur ontvangt : de kleinste onder de zijnen. Jezus is de arme, de uitgestotene, in wie we ons herkennen. En paradoxaal genoeg, in hem is het dat de toekomst opengaat, dat de Hoop geworteld is. De Kerk moet de Kerk zijn van de uitgesloten, en niet van de uitsluiting. Christus heeft, in zijn eigen vlees, die weg gekend : de weg van de verlatenheid, van de onrechtvaardige veroordeling, van de uitsluiting. De weg van de verrijzenis, waar de deuren van de Hoop wijdopen staan op de wereld, voor de uren van vreugde, van tederheid, voor de vrede die mogelijk is, voor de Hoop die nooit overwonnen wordt. De vloedgolf van vertrouwen en solidariteit die zich vandaag heeft gevormd mag niet terug neervallen. We kunnen niet met de armen gekruist blijven. Wanneer een volk het woord neemt, gaan nieuwe wegen open, worden initiatieven genomen. Als een volk het woord neemt, dan is er geen vrees en geen angst meer, maar komen overal nieuwe energieën vrij. |
||||
Persmededeling van Jacques Gaillot op 14 februari 1996
|
||||
|
Antwoord van Jacques Gaillot op de drie voorstellen die hem vanwege de Franse bisschoppen werden gedaan op 15 januari 1996 (2 mei 1996)Men vraagt me vaak: "Mgr. Gaillot, wat zal er van u geworden?"
Ik heb nog nooit verborgen wat mij doet leven. Daarom beantwoord
ik ook deze vraag. En ik beantwoord haar des te liever omdat
een gans volk van uitgeslotenen mij met vertrouwen heeft onthaald
en van mij verwacht dat ik luister, hun toespreek, een gebaar
stel dat voor hen een steun Toen ik Evreux moest verlaten - januari 1995 - werd ik uitgenodigd om te gaan wonen in de Rue du Dragon, tussen de daklozen, mensen zonder werk en zonder papieren. Ik heb het geluk gehad te mogen leven in de nabijheid van uitgesloten mensen, wat iets heel anders is dan de ontmoeting van één avond, op een manifestatie of een gespreksronde. Een heel jaar lang heb ik kennis gemaakt met een plaats die bruist van creativiteit en solidariteit, waar kennis en ervaring voortdurend worden uitgewisseld. Uitgeslotenen, die diepe miserie en wanhoop hadden gekend, kregen er weer zelfvertrouwen. Ik zag hoe ze zich oprichtten, weer het woord namen, en verantwoordelijkheid op zich namen. Als medevoorzitter van de vereniging 'Droits devant' (Recht
op recht) en als erevoorzitter van de DAL (Droit au Logement
- Recht op woning) werd ik regelmatig, samen met Leon Schwarzenberg,
Albert Jacquard en Jacques Higelin, uitgenodigd om deel te nemen
aan de strijd om de waardigheid en de rechten te verdedigen van
hen die door de maatschappij in de steek gelaten worden: mensen
zonder papieren, die men in de clandestiniteit laat en in de
wanhoop. Met het oog op mijn ontmoeting met paus Johannes-Paulus II, op de vooravond van kerstmis, heb ik hem geschreven: "Ik vraag niets voor mezelf. Als bisschop mogen leven tussen daklozen en migranten maakt dat ik deelgenoot kan zijn aan de zaligsprekingen en de kracht van het Magnificat. Ik put er vrede en vreugde uit." De (Franse) bisschoppen hebben mij dan drie voorstellen gedaan:
aalmoezenier worden in een psychiatrische instelling, in een
gewoon ziekenhuis, of in eengevangenis. Vrienden hebben er mijn
aandacht op gevestigd dat ik, als ik een van deze zware taken
op mij zou nemen, velen tekort zou doen, zowel in Frankrijk als
in het buitenland. Ze hebben mij gewezen op de vele gelovigen
die, sinds januari 1995, rechtop zijn gaan staan in een gemeenschappelijke
bezieling, die de solidariteit met de uitgeslotenen verbindt
met de vernieuwing van de Kerk. Zou ik al deze groepen in de
steek laten? Na een tijd van gebed en bezinning heb ik gemeend in eer en geweten 'neen' te moeten zeggen tegenover de voorstellen die me werden gedaan. Ik aanvaard ze dus niet. De dialoog met de bisschoppen zal verdergezet worden. Mijn deur blijft helemaal open staan. De uitgeslotenen zelf, die zo'n diepe behoefte hebben om in hun waardigheid erkend te worden, zouden niet ongevoelig zijn voor een blijk van erkentelijkheid vanwege de bisschoppen voor het werk dat ik met hen verricht In onze tijd, waar alles zo vlug evolueert, proeven we de
pijn en de vreugde van de geboorte van een nieuwe wereld. "Als
een volk het woord neemt, dan openen zich nieuwe wegen, dan worden
nieuwe initiatieven genomen. Als een volk het woord neemt, dan
is er geen angst meer, maar komt overal nieuwe energie vrij"
(homilie van de afscheidsviering in Evreux). |
|||
Een boek en een adres
|
||||