Januari 1995: Een terugblik


 

Op 13 januari 1995 werd Jacques Gaillot door Johannes Paulus II uit zijn ambt ontzet als bisschop van Evreux. Hij wird benoemd tot bisschop van Partenia, een bsdom dat sinds de vijfde eeuw verdwenen is onder het zand van Sahara. Jacques Gaillot heeft deze benoeming als een uitdaging opgenomen. Partenia is weer tot leven gekomen, als een wereldwijd virtueel bisdom.

Wie meer wil weten over wat op 13 januari 1995 en daarna gebeurd is:


 

Persmededeling van Jacques Gaillot (13 januari 1995)

 
Ik werd naar Rome ontboden door kardinaal Gantin, prefect van de Congregatie van de Bisschoppen, op 12 januari om 9.30 uur.
De beslissing waarmee ik sinds enige tijd bedreigd werd, is uitgevoerd. De knoop is doorgehakt. Mij werd duidelijk gemaakt dat mijn functie als bisschop mij ontnomen werd en dat de bisschopszetel van Evreux de volgende dag 's middags vacant verklaard zou worden.
Ik werd uitgenodigd om zelf mijn ontslag in te dienen. Ik heb gedacht dat ik dat beter niet deed.

Jacques Gaillot
 

   

 

Mededeling van Jacques Gaillot om voor te lezen in de kerken van zijn bisdom Evreux

Jullie hebben mij zo vaak gelukkig gemaakt

De twaalf voorbije jaren in jullie midden hebben mij samen met jullie het avontuur van het Evangelie doen beleven. Met vreugde en durf.
God is mijn getuige dat ik jullie van harte heb liefgehad. Jullie hebben mij veel geleerd. Jullie hebben mij veel gegeven. Van ganser harte zeg ik jullie daarvoor dank.
Moeilijkheden en tegenkantingen zijn er ook geweest, dat is waar. Ze hebben me vaak aangezet om te bidden en me de mogelijkheid gegeven om te groeien in mijn verbondenheid met jullie.
Ik vraag vergiffenis aan hen die ik misschien heb doen lijden. Nu is het moment gekomen van het afscheid. De enen zullen het zeer spijtig vinden. Anderen zullen zich verheugen. Waar het op aankomt is Christus te volgen, ontvankelijk te zijn voor zijn woord, verder Kerk te vormen om het Goede Nieuws van het heil aan allen aan te kondigen.
Heet hem welkom, die jullie zal gestuurd worden als herder van de Kerk van Evreux.
Ik zal niet langer in jullie dienst staan, maar ik hou niet op van jullie te houden !
Goede vaart !
   

 

Mededeling van de bisschoppelijke vicarissen van mgr. Gaillot om voor te lezen in de kerken van hun bisdom op 15 januari 1995

De beslissing van Rome dompelt het bisdom Evreux in verbijstering en verdriet.
De bisschoppelijke vicarissen en de medewerkers van Jacques Gaillot vinden het belangrijk hun afkeuring en hun verontwaardiging uit te spreken bij de procedure die werd gevolgd en de strafmaatregel die werd genomen.
Zij voelen en delen de ontreddering van allen voor wie Jacques Gaillot een bron van hoop was.
   

     
   
Homelie van Jacques Gaillot in de kathedraal van Evreux,
op 22 januari 1995 







Bijbel



Aide

email

 

 

Ik voel me gelukkig bij het zien van deze bijeenkomst van de meest uiteenlopende vrouwen en mannen. Door jullie kleuren, door jullie gevarieerde talenten, maken jullie mijn leven mooi.

Dank aan alle bejaarden en aan de zieken die mij verzekerd hebben dat ze voor mij zouden bidden, dank aan de kinderen die mij een tekening hebben aangeboden. Dank aan de priesters en de diakens van Evreux die me hebben bijgestaan en gesteund. Dank aan de bisschoppen voor hun aanwezigheid. Dank aan hen die mij dikwijls - en tot deze laatste dagen -
talrijke woorden van vriendschap hebben toegestuurd. Mijn bureau ligt bedolven onder de stroom van jullie brieven. Welk een genade voor mij, vergezeld te worden van al die tekens van goedheid van jullie hart.

Cathédrale d'Evreux Toen ik hier bij jullie aankwam, 12 jaar geleden, was de kathedraal groot genoeg voor alle bijeengekomen christenen. Op het moment dat ik jullie verlaat, is de kathedraal niét meer groot genoeg om allen die van verre gekomen zijn een plaats te geven. De immense menigte bevindt zich buiten. Gelovigen of niet.  

Dank ook aan allen die niet geloven dat ze aan 'geloven' toe zijn. De kritische waakzaamheid van ongelovigen is levenwekkend : ze houdt het evangelisch geweten van de christenen wakker. Laten we ons verheugen over de verscheidenheid in onze bijeenkomst. We hebben elkaar nodig om op een creatieve manier te leven.

En hier zijn we dus nu samen om het boek van het Leven te openen, het Woord van God is licht voor onderweg. Woord dat de harten van hen die gekwetst zijn geneest en bevrijdt. Laat geen haat bestaan, geen geweld in ons. Ons hart is niet gemaakt om te haten. Dat de aarde beeft in Japan, dat de mensen elkaar verscheuren in Tsjetsjenië, dat werklozen jongeren door de donkere buurten van onze voorsteden dwalen, is al meer dan genoeg verdriet voor God.

Ween niet. Loop niet als mensen in de rouw. Deze dag is een dag van feest en van vreugde. De vloedgolf van vertrouwen en solidariteit die bij de meest uiteenlopende mensen losgeslagen is, is een teken van hoop. Datgene wat gebeurd is openbaart de diepe verwachtingen die er leven, zowel in de maatschappij als in de kerk. Een diep verlangen naar vrijheid van spreken, naar het recht op verscheidenheid, naar respect voor de waardigheid van ieder mens, naar democratie. Het zijn waarden die veel mensen opeisen en verwachten, want vaak genoeg handelen en beslissen mensen op verantwoordelijke plaatsen zonder rekening te houden met de mensen. De apostel Paulus nodigt iedereen uit om op zijn plaats zijn verantwoordelijkheid op te nemen.

Het Lichaam van Christus, dat is het Volk van God, hier in Evreux, en overal. Dat zijn alle gelovigen, alle communauteiten die van ver gekomen zijn, om op dit uur het Volk van God te zijn, samengekomen voor de Eucharistie, voor de Dankzegging. Het Lichaam van Christus vormt een geheel, dat door niets of niemand gebroken mag worden, hier niet en elders niet. "Wees één," zegt Jezus opnieuw, opdat de wereld zou geloven dat Gij me gezonden hebt." (Joh. 17, 21). Het Lichaam van Christus bestaat nog niet in zijn volheid zolang er muren tussen de mensen zijn, en meer nog, tussen de christenen, zolang niet allen " wier dorst gelest werd door de Enige Geest" zullen genieten van een echte erkenning in broederlijke liefde. Het Lichaam van Christus , het Volk van God dat jullie hier vertegenwoordigen op dit moment, is een plaats waar medelijden woont en alles gedeeld wordt. Als één lid lijdt, dan delen alle leden in zijn leed, als één lid eer wordt gebracht, delen allen in zijn vreugde.

Jullie allen hier aanwezig, maak dat het Volk van God een toekomst heeft. Jullie zijn het Lichaam van Christus. Elk van ons op zijn plaats, zijn we leden van dit Lichaam. Elk van jullie op zijn plaats, welke die ook mag zijn, draagt er zijn verantwoordelijkheid.

En die verantwoordelijkheid van het Volk van God, dat is zijn zending. Het Evangelie van Lucas herinnert er ons aan dat het de zending is van Christus zelf, en dat ze naar hem toe komt vanwege God. Deze zending is niemands bezit. Niemand mag ze zich toe-eigenen en zich er de eigenaar van noemen. Elke gedoopte is er drager van, in de gemeenschap van de
Heilige Geest.

Die zending is niet veranderd sinds de dag dat Jezus, steunend op de profetie van Jesaja, haar eens en voor altijd omschreven heeft :

De Geest van de Heer rust op mij
Omdat de Heer me gewijd heeft door de zalving,
Hij heeft mij gezonden om aan armen het Goede Nieuws te brengen,
Hij heeft mij gezonden om aan gevangen te melden dat ze vrij zijn,
Hij heeft mij gezonden om aan blinden te laten weten dat ze zullen het licht zien,
Hij heeft mij gezonden om an verdrukten bevrijding te brengen, en om een jaar aan te kondigen van weldaden vanwege de Heer.

Dit Schriftwoord, dat jullie zojuist hebben beluisterd, het is vandaag dat het voltrokken wordt. Het wordt voltrokken als wij het verkondigen in de meervoudsvorm, en in het heden. De Heer zendt ons - jullie en mij - op de verschillende wegen die de onze zijn en zullen zijn. De Heer zendt ons vandaag overal heen om naar mensen toe te gaan, vrouwen en mannen, om
hetzelfde geluk aan te kondigen.

Wat ik met jullie beleefd heb in dit bisdom Ereux, dat wat ik elders heb beleefd in allerlei omstandigheden en bij allerlei gelegenheden, toont me klaar en duidelijk dat deze woorden van Christus de enige weg zijn van de Zending. Elke christen, elke gemeenschap, elke Kerk die niet eerst en vooral de weg kiest naar de pijn en de ellende van de mensen, maakt geen enkele kans om gehoord te worden als drager van Goed Nieuws. Elke mens, elke gemeenschap, elke Kerk die niet eerst en vooral een broeder wordt van elke mens, zal nooit de weg naar diens hart vinden, die geheime plaats waar dat Goede Nieuws ontvangen kan worden.

Wat mij betreft, verbonden met de Kerk, zal ik mijn weg verderzetten om aan armen het Goede Nieuws te brengen. Het Evangelie is een boodschap van vrijheid en van liefde. God verkondigen op vandaag, dat is de vrijheid van de mens verdedigen, wie hij ook is. De vrijheid om waarlijk mens te worden, dat is ook leven van solidariteit, in het bijzonder de
stem van de stemlozen zijn.

Het Lichaam van Christus is niet af, het is zich aan het opbouwen. Laten we ervoor zorgen dat het toekomst heeft, elk op onze manier, door respect te hebben voor mensen, door de vrijheid van geweten en van meningsuiting te waarborgen, door ons open te stellen voor de wereld die ook de wegen zoekt voor zijn toekomst. Elk van ons is een kleine cel : noodzakelijk voor het leven van het geheel. Voelt ze zich monddood gemaakt, kapotgemaakt, uitgesloten - het hele
lichaam lijdt. Laten we op een broederlijke manier, zonder vrees, meegaan met dit lichaam, zonder vrees, op wegen die vaak nieuw en verontrustend zijn voor ons, maar tevens zo boeiend, en hoopgevend.

De Zending gaat voort. Ook die Zending is niet ten einde. Laten we haar toekomst geven, elk volgens zijn roeping, inspelend op wat gebeurt, met zijn eigen gaven. Een Zending die van langs om meer broederlijk is : een Zending die trouw is aan de aandacht voor de mens die Jezus bij voorkeur ontvangt : de kleinste onder de zijnen.

Jezus is de arme, de uitgestotene, in wie we ons herkennen. En paradoxaal genoeg, in hem is het dat de toekomst opengaat, dat de Hoop geworteld is. De Kerk moet de Kerk zijn van de uitgesloten, en niet van de uitsluiting.

Christus heeft, in zijn eigen vlees, die weg gekend : de weg van de verlatenheid, van de onrechtvaardige veroordeling, van de uitsluiting. De weg van de verrijzenis, waar de deuren van de Hoop wijdopen staan op de wereld, voor de uren van vreugde, van tederheid, voor de vrede die mogelijk is, voor de Hoop die nooit overwonnen wordt.

De vloedgolf van vertrouwen en solidariteit die zich vandaag heeft gevormd mag niet terug neervallen. We kunnen niet met de armen gekruist blijven.

Wanneer een volk het woord neemt, gaan nieuwe wegen open, worden initiatieven genomen. Als een volk het woord neemt, dan is er geen vrees en geen angst meer, maar komen overal nieuwe energieën vrij. 

   

 

     
   

Persmededeling van Jacques Gaillot op 14 februari 1996

Ik heb in Parijs een ontmoeting gehad van drie kwartier met de voorzitter van de bisschoppenconferentie. Ik heb hem een overzicht gegeven van mijn activiteiten, en hem deelgenoot gemaakt van de vragen die ook anderen met mij delen.
Waarom zou de Kerk geen rekening houden met wat ik op gang heb gebracht bij de uitgeslotenen? Is de strijd tegen elke vorm van uitsluiting niet echt een strijdpunt van de kerk, dat als dusdanig erkenning zou moeten krijgen? Waarom elders een andere opdracht zoeken?
Ik heb niet het gevoel gehad dat ik echt beluisterd werd.
Wat de drie voorstellen betreft die het episcopaat mij heeft gedaan (aalmoezenier in een psychiatrische kliniek, in een algemeen ziekenhuis of ineen gevangenis): hierover wordt in diverse groepen nagedacht.
Ik zal later mijn beslissing bekend maken.
Jacques Gaillot  
     







Bijbel



Aide

email

 

 

Antwoord van Jacques Gaillot op de drie voorstellen die hem vanwege de Franse bisschoppen werden gedaan op 15 januari 1996 (2 mei 1996)

Men vraagt me vaak: "Mgr. Gaillot, wat zal er van u geworden?" Ik heb nog nooit verborgen wat mij doet leven. Daarom beantwoord ik ook deze vraag. En ik beantwoord haar des te liever omdat een gans volk van uitgeslotenen mij met vertrouwen heeft onthaald en van mij verwacht dat ik luister, hun toespreek, een gebaar stel dat voor hen een steun
betekent in hun moeilijkheden.

Toen ik Evreux moest verlaten - januari 1995 - werd ik uitgenodigd om te gaan wonen in de Rue du Dragon, tussen de daklozen, mensen zonder werk en zonder papieren. Ik heb het geluk gehad te mogen leven in de nabijheid van uitgesloten mensen, wat iets heel anders is dan de ontmoeting van één avond, op een manifestatie of een gespreksronde.

Een heel jaar lang heb ik kennis gemaakt met een plaats die bruist van creativiteit en solidariteit, waar kennis en ervaring voortdurend worden uitgewisseld. Uitgeslotenen, die diepe miserie en wanhoop hadden gekend, kregen er weer zelfvertrouwen. Ik zag hoe ze zich oprichtten, weer het woord namen, en verantwoordelijkheid op zich namen.

Als medevoorzitter van de vereniging 'Droits devant' (Recht op recht) en als erevoorzitter van de DAL (Droit au Logement - Recht op woning) werd ik regelmatig, samen met Leon Schwarzenberg, Albert Jacquard en Jacques Higelin, uitgenodigd om deel te nemen aan de strijd om de waardigheid en de rechten te verdedigen van hen die door de maatschappij in de steek gelaten worden: mensen zonder papieren, die men in de clandestiniteit laat en in de wanhoop.
Deze strijd tegen de uitsluiting, is dat ook niet de strijd van de Kerken? Het volk van Evreux heeft me voorbereid en gevormd voor de positieve ervaring die ik daar heb mogen opdoen, en die ik niet uit mezelf gekozen had. Nu, als bisschop van Partenia, heb ik met een enorm groot bisdom te doen, en met een groot volk. Partenia is overal. Op één plaats goed geworteld staan maakt een mens bekwaam om méér open te staan voor het universele. Ik word uitgenodigd
om het woord te nemen, steeds verder, tot ver over de grenzen. Elke dag word ik gevoeliger voor het appèl van de armen.
Mijn taak is niet te onderschatten. De problemen die het gevolg zijn van de uitsluiting van mensen zijn veelvormig. het gaat om een enorm grote uitdaging aan onze maatschappij, een uitdaging waar geen enkele organisatie of vereniging goed weg mee weet. Op dit domein, in de strijd tegen de uitsluiting, kan niemand het monopolie hebben.

Met het oog op mijn ontmoeting met paus Johannes-Paulus II, op de vooravond van kerstmis, heb ik hem geschreven: "Ik vraag niets voor mezelf. Als bisschop mogen leven tussen daklozen en migranten maakt dat ik deelgenoot kan zijn aan de zaligsprekingen en de kracht van het Magnificat. Ik put er vrede en vreugde uit."

De (Franse) bisschoppen hebben mij dan drie voorstellen gedaan: aalmoezenier worden in een psychiatrische instelling, in een gewoon ziekenhuis, of in eengevangenis. Vrienden hebben er mijn aandacht op gevestigd dat ik, als ik een van deze zware taken op mij zou nemen, velen tekort zou doen, zowel in Frankrijk als in het buitenland. Ze hebben mij gewezen op de vele gelovigen die, sinds januari 1995, rechtop zijn gaan staan in een gemeenschappelijke bezieling, die de solidariteit met de uitgeslotenen verbindt met de vernieuwing van de Kerk. Zou ik al deze groepen in de steek laten?
Zou ik al de engagementen die ze op zich hebben genomen, de rug toekeren? Zou ik me dan niet onttrekken aan mijn verantwoordelijkheid, een brede verantwoordelijkheid, ook tegenover de grote menigte gemarginaliseerde, vergeten en ontkende mensen?

Na een tijd van gebed en bezinning heb ik gemeend in eer en geweten 'neen' te moeten zeggen tegenover de voorstellen die me werden gedaan. Ik aanvaard ze dus niet.

De dialoog met de bisschoppen zal verdergezet worden. Mijn deur blijft helemaal open staan. De uitgeslotenen zelf, die zo'n diepe behoefte hebben om in hun waardigheid erkend te worden, zouden niet ongevoelig zijn voor een blijk van erkentelijkheid vanwege de bisschoppen voor het werk dat ik met hen verricht…

In onze tijd, waar alles zo vlug evolueert, proeven we de pijn en de vreugde van de geboorte van een nieuwe wereld. "Als een volk het woord neemt, dan openen zich nieuwe wegen, dan worden nieuwe initiatieven genomen. Als een volk het woord neemt, dan is er geen angst meer, maar komt overal nieuwe energie vrij" (homilie van de afscheidsviering in Evreux).
Jacques Gaillot, bisschop van Partenia. 

   

 

     
   

Een boek en een adres

Nog in 1995 verscheen bij Averbode en Gooi & Sticht het boek "Ik ben zo vrij", J Gaillot. In gesprek met J.-Claude Raspiengeas. Hierin legt Jacques Gaillot uit wat er allemaal aan zijn ontslag voorafging. Zijn ongewone levensweg, die ontroert en fascineert door zijn eenvoud, verklaart hij vanuit zijn inzet voor een meer nabije kerk, die de uitdagingen van
deze tijd weet aan te pakken.
In Brugge blijft een Comité van waakzaamheid actief: Evreux-zonder-grenzen. Zij organiseren jaarlijks een activiteit in de maand januari, om te herinneren aan het ontslag dat Gaillot te beurt viel, en zorgen voor de Nederlandstalige pagina's op deze website. Ze publiceren dezelfde teksten in een driemaandelijks contactblad Partenia (voor wie het internet nog niet kent). Adres: Wingensestraat 2, 8020 Hertsberge (Oostkamp). E-mail: partenia.vlaanderen@skynet.be