|
|
• Voor de afschaffing van de atoomwapens |
|
• Denise viert haar 80e verjaardag |
|
• “Jeudi Noir” (“Zwarte donderdag”) |
|
• Vrijheid voor de vakbondsmensen van Nouméa |
|
|
|
|
|
Voor de afschaffing van de atoomwapens |
|
|
|
|
Elke maand vatten anti-atoomactivisten post voor het Ministerie van Defensie in Parijs. Ze blijven er een uur lang in stilte staan, in het zwart gekleed en met een wit masker voor hun gezicht. Indrukwekkend! Elk van hen draagt een groot bord waarop men kan lezen: “Voor de afschaffing van de atoomwapens”. |
|
|
|
|
Op hun uitnodiging ben ik me bij hen komen aansluiten aan de uitgang van de metro, dicht bij het Ministerie van Defensie. Ze staan netjes naast elkaar, onbeweeglijk en in stilte, met die maskers die aan de dood doen denken. |
|
|
|
Van de 3e tot de 6e augustus hebben ze gevast in Taverny, bij Parijs, voor de commandobasis van de nucleaire macht. Daarna zijn ze naar de Vredesmuur gegaan, op het Marsveld, om de bombardementen op Hiroshima en Nagasaki te herdenken en met de eis dat de wereld zou bevrijd worden van atoomwapens. |
|
|
|
Elke maand laten ze de oproep weerklinken van de burgemeester van Hiroshima: om tegen het jaar 2020 een conventie te ondertekenen voor de totale afschaffing van atoomwapens. |
|
|
|
|
|
Ik blijf staan, met hen, in stilte. Ik bewonder hun moed en hun vastberadenheid. Een wagen van de politieprefectuur komt vlakbij parkeren. We worden in het oog gehouden. |
|
|
|
Op dit uur verlaten de mensen het Ministerie van Defensie. Ze lopen ons voorbij met een onverschilligheid alsof we niet bestonden. Ze hebben ogen en zien niet. Met uitzondering van een jonge vrouw die halt houdt en glimlachend vraagt: “Kunt u me wat informatie geven? Aangezien ik op het Ministerie van Defensie werk laat dit me niet onberoerd.” |
|
|
|
Zoals altijd zijn kinderen heerlijk. Zij hebben ogen die zien en zijn onmiddellijk geboeid door dit vreemde schouwspel. Maar hun ouders trekken hen zonder pardon voort. Hier is niets te zien. |
|
|
|
|
|
|
|
Denise viert haar 80e verjaardag |
|
|
|
Het is feest in de vereniging van de mensen zonder papieren. Al 20 jaar werkt Denise voltijds en met hart en ziel voor de vreemdelingen zonder papieren, in het bijzonder voor vrouwen die door hun echtgenoot in de steek zijn gelaten en alleen achterblijven met hun kind(eren), zonder inkomen en zonder huisvesting. |
|
|
|
|
Toen ze op pensioen ging is Denise vrijwilliger geworden in de vereniging. Ze is een militante die geen vrees kent. In de kantoren van de prefectuur of van het ministerie is men beducht voor haar. Zij is op alle straatacties om de regularisatie te eisen van de mensen zonder papieren en is niet bang als men een gebouw gaat kraken om gewoon op de grond te slapen. |
|
|
|
|
Het gebeurt dat ik Denise aan het werk zie wanneer ze mensen zonder papieren ontvangt op haar bureel van de vereniging. Ze luistert welwillend, spreekt enkele woorden uit en slaagt erin die jongeren, die het klappen van de zweep kennen, te doen glimlachen. Haar geheim? Haar liefde voor hen. |
|
|
|
Het is feest in de vereniging. Na de strijd, tijd om te feesten. De grote zaal is versierd. Er zijn kaarsen en geschenken, muziek en zang. Op een grote tafel wordt de couscous opgediend. Deze avond is Denise een koningin die straalt van geluk. De zaal zit vol. |
|
|
|
Ik beklim een stoel om haar te bedanken en begin met deze woorden: “Als Denise haar hart zou openen voor ons, dan zouden we zien dat het bevolkt is met gezichten van mensen zonder papieren. Jullie hebben haar zo gelukkig gemaakt!...” |
|
|
|
|
|
Denise is een praktiserende christen. Haar geloof is verbonden met het leven. Ze geeft mensen goesting om te geloven. |
|
|
|
|
|
“Jeudi Noir” (“Zwarte donderdag”) |
|
|
|
Dit is de naam van een studentenvereniging die de crisis van de studentenverblijven aanklaagt. Ze noemen zichzelf gaarne “Het collectief van de dwangarbeiders van de huisvesting”. |
|
|
|
|
|
“Jeudi Noir” opent een nieuw kraakpand door een leegstaand gebouw van 1800 m2 in de buurt van de Bastille in Parijs in te nemen. Dit gebouw werd meer dan vier jaar geleden verlaten en was tot juli laatstleden eigendom van de Post. Een nieuwe eigenaar – een gemengde onderneming – wil er geïmmigreerde arbeiders in onderbrengen. De studenten juichen dit project toe. De dag waarop die werken starten zullen ze vertrekken. |
|
|
|
Ik ben uitgenodigd op hun persconferentie, en leer die plaats kennen. Ze is bewonderenswaardig ingericht. Deze studenten hebben smaak en zin voor schoonheid. Met allerlei gekregen materialen die niet bij elkaar passen zijn ze erin geslaagd een gezellige sfeer te creëren, met bloemen en een discrete verlichting. |
|
|
|
|
In dit gebouw logeren 43 jongeren. De mensen van de wijk zijn blij met hun komst. Namen ze hun intrek niet in de “Passage de la bonne graine” (“Passage van het goede zaad”)? Een klein straatje dat ik niet kende. |
|
|
|
|
De persconferentie lokt een volle zaal. Mensen zien niet meer waar ze nog zouden kunnen plaatsnemen. Een student stelt de zopas verschenen publicatie voor, “Het kleine zwartboek van de huisvesting”. Het bevat zowel grieven als voorstellen. |
|
|
|
Ik heb bewondering voor deze jongeren die als bewuste burgers initiatieven nemen die op een geweldloze manier een en ander in beweging zetten. Ze kunnen met anderen samenwerken en zich solidair tonen. Ze appreciëren het als ik hun zeg: “Jullie zijn studenten die op een waardige manier rebelleren!” |
|
|
|
Maar de moeilijkheden beginnen. De nieuwe eigenaar doet hun een proces aan. |
|
|
|
|
|
|
|
Vrijheid voor de vakbondsmensen van Nouméa |
|
|
|
|
7 vakbondsmensen van de USTKE (Syndicaat van de Kanaakse arbeiders en uitgebuiten) zitten sinds de maand juni in de gevangenis. Veroordeeld tot gevangenisstraffen die gaan tot één jaar onvoorwaardelijk. |
|
|
|
|
Het officiële motief voor de veroordeling is “een verkeersbelemmering van een luchtvaartuig”. Wat is er dan gebeurd? De USTKE had een actiedag georganiseerd vóór de luchthaven van Nouméa ter ondersteuning van de werknemers van Air Calédonie die al twee maand aan het strijden waren tegen onrechtmatige afdankingen. |
|
|
|
De repressie van de ordestrijdkrachten was gespierd: ze schoten met rubberkogels en traangasgranaten. Een aantal militanten zijn in een leegstaand vliegtuig gevlucht om zich te beschermen tegen het traangas. Op dat ogenblik bevond zich geen enkel vliegtuig in de lucht. Een indrukwekkende betoging in de straten van Nouméa liet het protest horen tegen dit politieke verdict en deze koloniale rechtspraak. |
|
|
|
Een delegatie is naar Parijs gekomen om daarover te berichten en om diverse personaliteiten, politieke, syndicale en juridische organisaties te interpelleren over de schendingen van de mensenrechten in Nieuw-Caledonië. |
|
|
|
De delegatie komt op bezoek bij mij. Deze Kanaken hebben 22.000 km afgelegd en hebben een zwaar programma voor de boeg. Het is een vreugde hen te ontmoeten. Ze kennen me en weten dat ik al sinds lang aan hun kant sta. Naar gewoonte houdt één van hen een toespraak en biedt me enkele betekenisvolle geschenken aan, waaronder een halssnoer van schelpen. |
|
|
|
We delen brood en vriendschap. Daarna nemen we de metro om te gaan naar een solidariteitsavond voor vakbondsvrijheid. Een avond die tot hun eer is georganiseerd. Ze zijn erg welkom. Ik heb het genoegen Elie Domota te kunnen spreken, een bekende vakbondsverantwoordelijke uit Guadeloupe. Een indrukwekkend man. Zijn tussenkomst die avond zal me bekoren. |
|
|
|
|
|
Als men deze mannen en vrouwen hoort, voorvechters voor gerechtigheid die strijden met blote handen, zou men dan niet de hoop bewaren op een betere wereld? |
|