|
|
• Gerechtigheid en vrijheid voor Mumia |
|
• Hoopgevende bijeenkomsten |
|
• Een kraakpand in Bordeaux |
|
• Protestmars |
|
|
|
|
|
Gerechtigheid en vrijheid voor Mumia |
|
|
|
|
Mumia ABU-JAMAL is zopas 55 geworden, en van die 55 jaren heeft hij er 27 – bijna de helft van zijn leven – doorgebracht in de hel van de Dodengang! 27 jaar om zijn onschuld uit te schreeuwen, 27 jaar om een nieuw proces te eisen, 27 jaar om te schrijven (5 boeken) en de onmenselijkheid van de gevangeniswereld aan te klagen. Hij is vandaag een van de symbolen in de strijd voor de wereldwijde afschaffing van de doodstraf. |
|
|
|
|
Als zwarte Amerikaanse journalist werd Mumia in 1981 gearresteerd toen hij zijn broer, die aangevallen werd door de politie, ter hulp snelde. Hij werd beschuldigd van moord op een politieagent en in 1982 ter dood veroordeeld na een schijnproces. Mumia betaalt zijn strijd heel duur. |
|
|
|
Hij heeft zijn leven alleen te danken aan de internationale mobilisatie. Tweemaal, in 1995 en in 1999, was hij het voorwerp van een uitvoeringsbevel, maar de macht van het protest verhinderde het onherstelbare. |
|
|
|
Het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten heeft zopas geweigerd gevolg te geven aan het beroep van Mumia’s verdediging, die vroeg om het proces over te doen. Op die manier heeft de hoogste gerechtsinstantie van Amerika voorgoed de rechtsweigering waarvan hij het slachtoffer is, bekrachtigd. |
|
|
|
Ik neem deel aan de wekelijkse bijeenkomst om 18 uur op de Place de la Concorde, recht tegenover het Amerikaanse consulaat. Het nationaal collectief om Mumia te steunen komt er trouw bijeen. Ze geven me het woord. Ik roep een herinnering op: “10 jaar geleden zijn we met een delegatie, waaronder meerderen van u, naar Philadelphia vertrokken, om een nieuw proces en de afschaffing van de doodstraf te vragen. Het werd een indrukwekkende manifestatie.” |
|
|
|
De strijd gaat voort. Een petitiebrief wordt naar president Obama gezonden: “Yes, we can”. Is voor zijn land het uur niet gekomen om de bladzijde van de doodstraf om te draaien, zoals de VN-resolutie het vraagt met de oproep tot een wereldwijd moratorium? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoopgevende bijeenkomsten |
|
|
|
Eerst was er die van de 1e mei, die me uitzonderlijk leek: alle vakbonden stapten samen op, arm in arm. Een verenigde en solidaire vakbonds-1-mei. Nooit gezien. Er was zoveel volk op de been dat ik er niet in geslaagd ben in die menigte de arbeiders zonder papieren van de vereniging terug te vinden. Ik werd omringd door gezinnen, jongerengroepen en mensen die voor de eerste keer mee opstapten. Ik voelde me goed in de schoot van deze menigte, in een gemoedelijke sfeer, onder een lentezon. |
|
|
|
|
Wat is er aan de hand, dat men bij het begin van een verlengd weekend een manifestatie van zulke omvang kan houden? Is het geen teken van een diepe sociale malaise? |
|
|
|
|
Daags nadien, de 2e mei, nam ik deel aan een bijeenkomst van de Christelijke Arbeidersjeugd (JOC = KAJ) in het Parc de la Courneuve, dicht bij Parijs. Meer dan 20 000 jongeren kwamen er op af, vanuit heel Frankrijk, en maakten van deze dag een gezellig volksfeest. Een succes. Zoveel mensen ontmoeten! In de loop van de namiddag was ik aan het woord in het debat over “Geloof en engagement”. |
|
|
|
Bij de JOC worden de jongeren gevormd in de school van het leven, van het harde leven. Een buitengewone leerschool, die hen voor altijd zal tekenen. Het evangelie vindt weerklank in hun hart. Waar men aansluiting vindt bij de verzuchtingen en de vragen van de jongeren in de samenleving, gaat een toekomstweg voor ons open. |
|
|
|
Dat vandaag de dag zulk een bijeenkomst mogelijk is, is een hoopvol teken. |
|
|
|
|
|
|
|
Een kraakpand in Bordeaux |
|
|
|
Een aantal daklozen, moe van het lopen van de ene verblijfplaats naar de andere, en soms verplicht buiten te slapen, besluit het lot in eigen handen te nemen: ze bezetten een oude garage met woonhuis in het oude stadsgedeelte van Bordeaux. |
|
|
|
|
De lokalen staan al jaren leeg en verlaten. In de loop der maanden worden de vertrekken gerenoveerd en een atelier voor het werk ziet het licht. Drie daklozenverenigingen nemen deel aan dit avontuur. |
|
|
|
|
Het gebouw behoort toe aan het gemeentelijk samenwerkingsverband van Bordeaux (CUB, Communauté Urbaine de Bordeaux). De voorzitter wil niet onderhandelen met de daklozen. Hij vraagt hun uitwijzing en doet hun een proces aan. |
|
|
|
De daklozen verdedigen zich. Ze nodigen me uit naar Bordeaux voor de inhuldiging van het gebouw, nog voor het proces. Het is een feestdag en een uitdaging voor de overheid. Veel mensen komen de lokalen bezoeken en hen hun steun betuigen: “Het is toch spijtig dat men zulke gebouwen ongebruikt laat. Ze hebben gelijk naar hier te komen.” |
|
|
|
Het is inderdaad een schandaal als men midden in de stad gedurende jaren bepaalde gebouwen ziet leegstaan, terwijl er ondertussen mensen zijn die buiten moeten slapen. Wie zet zich dan buiten de wet? De daklozen of de eigenaars? Hoe kan het toch, dat de overheid verkiest om in te grijpen in plaats van te onderhandelen? |
|
|
|
|
|
De regionale media brengen met veel belangstelling verslag uit over het gebeuren. In een woord tot de media vraag ik de voorzitter van de CUB onmiddellijk onderhandelingen aan te knopen. Na de persconferentie is het tijd voor een aperitief, gevolgd door de couscous. De daklozen zijn heel gelukkig met deze dag. Ze voelen zich niet alleen. |
|
|
|
Elke dag kijken ze met ongeduld uit of er nog geen teken van verandering is vanwege de overheid. Dat teken komt er: onderhandelingen met de CUB worden mogelijk. De daklozen denken al aan feestvieren! |
|
|
|
|
|
|
|
Protestmars |
|
|
|
Bahidja is een Marokkaanse, verantwoordelijk voor het 9e collectief van de mensen zonder papieren in de regio Parijs. Al vele jaren bewonder ik haar inzet en vastberadenheid. Iedereen heeft eerbied voor haar. |
|
|
|
Wanneer Bahidja me uitnodigt voor een actie stel ik alles in het werk om eraan deel te nemen. Deze keer nodigt ze me uit om op een zaterdagnamiddag naar het station van Joinville-le-Pont te komen. Het gaat om een protestmars tegen de gesloten opvangcentra, waar mensen zonder papieren die op het punt staan naar hun land uitgewezen te worden, opeengepakt zitten. |
|
|
|
Ongeveer tweehonderd jongeren zijn op de afspraak. De kap die hun gezicht verbergt, beschermt hen ook tegen de regen. Aan alle kanten is een indrukwekkende politiemacht opgedaagd. |
|
|
|
|
We nemen eerst de straat die naar de stroom leidt. Precies een jaar geleden is een jonge Malinees, Baba Traore, toen hij door de politie werd achtervolgd, in de stroom gesprongen en verdronken. We houden een minuut stilte op de plaats van het drama, terwijl boven ons een helikopter zich ermee belast lawaai te maken. Hij zal ons de hele namiddag in het oog houden. |
|
|
|
|
In de regen vervolgen we onze weg. Een lange weg, die leidt naar het opvangcentrum van Vincennes, waar verleden jaar enkele opstanden hebben plaatsgevonden: iemand van de sans papiers had men dood aangetroffen. Hoogoplaaiende emoties bij de opgeslotenen. Het Centrum wordt in brand gestoken. De mensen zonder papieren worden overgeplaatst en sommigen beticht. Nu is het centrum terug opgebouwd. Voor de politie is het een gevoelige plek. |
|
|
|
Onderweg praat ik met Mériadec, een rebelse actievoerder. Als hij last heeft van de politie, beroept hij zich bij de politiemannen altijd op mij en geeft hun dan mijn coördinaten. |
|
|
|
We komen aan bij het opvangcentrum. De politiemacht, de helikopter en de regen laten ons niet in de steek. De jongeren laten zich niet ontmoedigen en eisen de stopzetting van de uitwijzingen van de vreemdelingen en de sluiting van de opvangcentra. |
|
|
|
|
|
Enkele dagen later belt de politie me op om me te laten weten dat Mériadec aangehouden is, waar hij zich bevindt en wanneer zijn proces zal plaatsvinden. Mériadec wordt vervolgens opgesloten in de gevangenis van Fleury-Mérogis. De verantwoordelijken verwittigen me en geven me zijn nummer op de gevangenisrol, zodat ik hem kan schrijven of bezoeken. Zijn vriendin houdt een lang gesprek met mij aan de telefoon. Ze voelt zich gesterkt als ze verneemt dat ik op het proces aanwezig zal zijn. |
|
|
|