|
|
• 17 jaar oud zijn, scholier en militant |
|
• De herder van Cargèse |
|
• Een woord dat een mens kapotmaakt |
|
• Öcalan mijn broer… |
|
|
|
|
|
17 jaar oud zijn, scholier en militant |
|
|
|
|
In een van de voorsteden van Parijs gaan Baptiste en Vincent op een avond op eigen initiatief naar de gemeenteraad. Als burgers hebben ze daartoe het recht. Die twee jonge scholieren ondervragen de burgemeester over wat hij denkt te zullen doen voor dakloze gezinnen. |
|
|
|
|
Hun tussenkomst zorgt voor opschudding en leidt tot tumult. De burgemeester windt zich op, laat hen door de politie uit de zaal zetten en dient een klacht in voor weerspannigheid. Baptiste en Vincent zullen twee dagen doorbrengen in voorhechtenis en onderworpen worden aan een vooronderzoek, in afwachting van een proces. Ze riskeren gevangenisstraf. |
|
|
|
Mij treft de wanverhouding tussen de feiten en het optreden van de politie. Men moet toch kunnen uitkomen voor zijn mening, ook als men 17 is? De jongeren zijn de verstotelingen van de Franse samenleving. Velen hebben geen toekomst. Onze verantwoordelijken zijn bang voor hen. Hun methode: repressie. Maar repressie lost niets op. |
|
|
|
Het proces vindt plaats. Met velen staan we bij de hekkens, in de regen en de ijskoude wind. Scholieren dragen een groot spandoek: “Vrijlating voor Baptiste en Vincent. Solidair met hen”. Ik bewonder de aanwezigheid van al die jongeren, van hun leerkrachten, van actievoerders en gezinnen… Het doet me deugd me tussen hen te bevinden. Ze zijn blij met me te kunnen praten. |
|
|
|
|
|
Plots daagt een actievoerder op die zowat 30 jaar moet zijn. Hij zegt me: “Ik heb u vroeger gekend in Evreux. Ik was op een katholiek college. Zij die wilden gevormd worden, werden uitgenodigd om naar de bisschop te schrijven. Ik heb u geschreven om te zeggen dat ik niet wilde gevormd worden. U heeft me toen geantwoord: “Blijf wie je bent”. |
|
|
|
Eindelijk gaan de hekkens open. We luisteren aandachtig. De procureur eist alternatieve straffen voor Baptiste en Vincent, de burgerlijke partij 2000 euro. De uitspraak volgt later. |
|
|
|
|
|
|
|
De herder van Cargèse |
|
|
|
Cargèse is een haven op Corsica, omgeven door bergen, en met een groot verleden. Het is ook de plaats waar de wieg stond van het gezin van zijn herder: Yvan. Verleden jaar kreeg hij levenslang voor de moord op de prefect van Corsica in 1998. De veroordeling betekende een grote schok voor zijn familie, zijn talrijke vrienden en het steuncomité, dat 45.000 handtekeningen wist te verzamelen. |
|
|
|
Dit jaar opent het bijzonder assisenhof in Parijs – bestaande uit negen beroepsmagistraten – het proces in beroep om een oordeel te vellen over deze herder die altijd beweerd heeft dat hij onschuldig is. “Ik ben een Corsicaans patriot. Ik heb nooit iemand gedood en ook niet de prefect van Corsica.” |
|
|
|
Het is het proces van de laatste kans. Een proces dat 5 weken zou moeten duren! Ik zit naast de familie van Yvan: zijn vader, zijn zus en zijn broer, en ook in de buurt van zijn vijf advocaten. Tijdens het eerste proces werd geen enkel materieel bewijs tegen hem weerhouden. Hij werd veroordeeld zonder bewijzen. |
|
|
|
|
Ik heb de herder van Cargèse herhaaldelijk bezocht in de gevangenis. Wij corresponderen regelmatig met elkaar. Ik waardeer zijn menselijke kwaliteiten en de manier waarop hij in de gevangenis zijn leven leidt. Tijdens dit lange proces, dat zowel fysisch als psychisch een sterke beproeving zal zijn, zal hij zich verdedigen. Hij stààt er. |
|
|
|
|
Ik blijf overtuigd van zijn onschuld. Datgene waarvan men hem beschuldigt, komt niet overeen met wie hij is. Maar laat ons maar nuchter en realistisch blijven. De zus van Yvan heeft het voor de media herhaald: “De staatsmachine zal er alles aan doen om Yvan te verbrijzelen.” |
|
|
|
|
|
Een woord dat een mens kapotmaakt |
|
|
|
|
Christophe is gehuwd en hoofd van de gemeentelijke politie. 11 september 2001 zal de dag worden waarop zijn leven kantelt. Op die dag wordt hij ontboden op het stadhuis, waar de burgemeester, een senator, hem deze vraag stelt: “Bent u homo?” Christophe verwacht zich niet aan een dergelijke vraag, en dan nog wel in aanwezigheid van anderen. Hij antwoordt bevestigend, en erkent dat hij homoseksueel is. Hij wordt beschuldigd van verduistering van gemeenschapsgoederen en verdacht van pedofilie.
Alles stort in elkaar. Nu begint voor hem een tocht door de hel: voorhechtenis, opening van een vooronderzoek, gerechtelijke vrijheidsbeperking. Zijn vrouw vraagt de echtscheiding aan. Christophe wordt gescheiden van zijn kinderen, verliest zijn werk en zijn woning – en staat op straat. Na enkele zelfmoordpogingen wordt hij geïnterneerd in een psychiatrische kliniek.
|
|
|
|
|
Op zekere dag vindt hij werk als bewaker in een flatgebouw. De kans voor een nieuwe start in zijn leven.
Na zes jaren van procesvoering wordt hij buiten vervolging gesteld. Christophe wordt van alle blaam gezuiverd. Hij is weggegaan van bij zijn kind toen het 6 maand oud was. |
|
|
|
Het is 7 jaar als hij het terugziet! Christophe vraagt schadevergoeding na het onrecht dat hem is aangedaan; hij vraagt ook om opnieuw geïntegreerd te worden in de administratie. Maar er gebeurt niets. Hij staat voor een berg. |
|
|
|
Ik steun Christophe: hij strijdt en zal niet opgeven. Hij zal doorgaan tot het bittere einde. Ik heb bewondering voor zijn veerkracht en de moed waarmee hij strijdt. Hij richt een steuncomité op, schrijft een boek “Laster”, richt een vereniging op om de strijd aan te gaan tegen homofobie op de werkvloer. De media tonen interesse voor hem. Zijn verhaal komt op de scène. |
|
|
|
Christophe is niet meer alleen. Zijn geval is een symbool geworden. Als hij wint, zal dat een overwinning zijn voor alle homoseksuelen die lijden onder de discriminatie in hun werkmilieu. |
|
|
|
|
|
|
|
Öcalan mijn broer… |
|
|
|
(De Koerdische leider Öcalan verblijft nu al 10 jaar in de gevangenis. Naar aanleiding daarvan zijn zowat 30.000 Koerden komen betogen in Straatsburg) |
|
|
|
Öcalan mijn broer,
Jij bent het die ons hier bijeenbrengt vandaag.
Wie anders dan jij kon ons hier bijeenbrengen?
Omwille van jou zijn we hier.
10 jaar lang! … 10 jaar van scheiding, lijden en beproevingen.
Maar je behield je waardigheid.
Ze hebben je slecht behandeld, maar niemand heeft je je waardigheid ontnomen.
Die waardigheid hoort bij jou. Ze is van jou. |
|
|
|
Öcalan, mijn broer, |
|
|
|
Met duizenden en duizenden zijn we naar Straatsburg gekomen.
Deze immense menigte is gekomen om jou te tonen hoezeer ze met je meevoelt.
Armen gaan de hoogte in met je portret, ons zo welbekend.
Iemand spreekt je naam uit, en onze harten staan in vuur en vlam, een grote kreet stijgt op.
De stemmen van je volk, met zijn rebelse waardigheid, zullen het eiland Imrali bereiken,
en onze zegeliederen zullen te horen zijn doorheen de dikke muren van je gevangenis. |
|
|
|
10 jaar!... 10 jaar wachten, strijden, betogen.
De tijd heeft de herinnering aan jou niet uit ons geheugen gewist.
De kleine kinderen hebben je alleen gekend als gevangene.
Maar je gezicht is hen bekend, je naam is op hun lippen.
Ze dromen ervan jou ooit te kunnen bevrijden. |
|
|
|
Öcalan, mijn broer,
We zijn je niet vergeten,
Je maakt deel uit van onze ziel en ons lichaam,
je hebt een plaats in ons hart.
Als men jou mishandelt, kwetst men ons,
als men jou vernedert, lijden wij met jou.
Als men jou bedreigt, delen we in jouw angst.
Je verschrikkelijke eenzaamheid is ondraaglijk voor ons. |
|
|
|
|
|
(begin van de tussenkomst van Jacques Gaillot in Straatsburg) |
|
|
|