|
|
• In het mijnbekken van Gafsa |
|
• Op de bres voor Salah Hamouri |
|
• De eerste Franse kernproef |
|
• Verblijf in de kliniek |
|
|
|
|
|
In het mijnbekken van Gafsa |
|
|
|
We komen met een delegatie aan in Tunis. Met de wagen rijden we richting Zuid, tot Gafsa, de poort tot de woestijn. De dag daarop gaan we tot mijn vreugde naar Redeyef, de opstandige stad, waarover ik veel heb horen vertellen en die sinds begin 2008 een aantal rellen heeft gekend waarop harde repressie is gevolgd. |
|
|
|
De regio is rijk aan fosfaten, maar de bevolking profiteert daar niet van, met uitzondering van wie dicht bij de macht staan. Gedreven door de ellende hebben de mensen niets te verliezen. Er is enorm veel werkloosheid. De grootste uitdaging voor het Tunesische regime bestaat erin de verdedigers van de mensenrechten aan te vallen. Het gaat hier niet om terrorisme. |
|
|
|
|
|
De politie volgt ons overal, maar laat ons begaan. Het is niet moeilijk om door de wegversperringen van de politie te geraken. Naar het schijnt is het een hele prestatie als men erin slaagt in Redeyef binnen te komen, want de stad is afgesneden van de rest van de wereld. |
|
|
|
We zijn gekomen om onze solidariteit te betuigen met de gevangenen van het mijnbekken, waarvan het proces weldra zal beginnen. De bevolking is blij met onze aanwezigheid bij en tussen hen. Ze weet dat er een vorm van internationale solidariteit bestaat. |
|
|
|
|
Wat vooral indruk op me maakt, zijn de vrouwen waarvan de zoon of de echtgenoot in de gevangenis zit. Van een van hen werd in juni laatstleden de zoon van 22 jaar gedood door een politiekogel. |
|
|
|
|
Deze vrouwen, met een rebelse waardigheid, doen me denken aan de moedige Moeders van het 1-Mei-plein in Argentinië, ten tijde van de dictatuur. Elke week kwamen ze bijeen op het Regeringsplein van Buenos Aires om iets te vernemen over het lot van hen die vermist waren. |
|
|
|
Iedereen wacht op het proces. Alles wijst erop dat men zware straffen zal uitspreken. Repressie, dat is het handelsmerk van het regime van Tunesië. Een regime dat de steun geniet van de Europese Unie en vooral van Frankrijk. Terwijl de media hierover vreemd genoeg blijven zwijgen. |
|
|
|
|
|
|
|
Op de bres voor Salah Hamouri |
|
|
|
Daar ik lid ben van het comité dat het peterschap opneemt voor Salah Hamouri, neem ik deel aan de persconferentie die in de Senaat wordt georganiseerd. |
|
|
|
|
Salah is 23, tegelijk Fransman en Palestijn. Hij is geboren in Jeruzalem uit een Franse moeder, een lerares Frans, en een Palestijnse restauranthouder in Oost-Jeruzalem. Hij liep school bij de “Broeders van Lasalle” in Oost-Jeruzalem. |
|
|
|
|
Vervolgens heeft hij sociologie gestudeerd aan de befaamde universiteit van Betlehem. In maart 2005 werd hij aangehouden toen hij op weg was naar Ramallah. |
|
|
|
Een maand na zijn arrestatie verneemt zijn familie via de pers dat hij ervan beschuldigd wordt samen met twee andere jongeren een complot te hebben gesmeed tegen rabbijn Ovadia Yossef, geestelijk leider van SHAS, een extreemrechtse religieuze partij, omdat ze met de wagen voorbij diens woonplaats waren gereden. Na drie jaar gevangenis heeft men op een hatelijke manier chantage gepleegd op Salah, waarbij men hem dwong “schuldig” te pleiten, anders zou hij een gevangenisstraf oplopen van meer dan 7 jaar. Hij is de gegijzelde van de Israëlische bezetting die vonnissen uitspreekt over hen die ze verdrukt.
Vandaag bevindt Salah Hamouri zich in een gevangenis in Galilea, in Gilboa, in het Noorden van Israël.
|
|
|
|
Ondanks alle stappen die al werden gezet en de kwistig gedane beloftes, is er nog niets dat beweegt. De zaak Salah Hamouri is het voorwerp van een oorverdovende stilte.
Salah’s moeder heeft me geschreven. Het is voor haar een troost te weten dat ik haar zoon verdedig.
|
|
|
|
|
|
|
|
De eerste Franse kernproef |
|
|
|
|
Het was de 13e februari 1960, om 7u04, in de Algerijnse Sahara, ten zuiden van Reggane. Deze eerste bovengrondse kernproef, die men “Blauwe springmuis” heeft genoemd, zal vier keer krachtiger zijn dan de bom op Hiroshima. |
|
|
|
|
Ik ben uitgenodigd voor de avantpremière van de film “Gerboise bleue” (“Blauwe Springmuis”) van Djamel Ouahab. De film vertelt de geschiedenis van Franse militairen en Algerijnse Touaregs die het slachtoffer zijn geworden van de eerste Franse atoomproeven in de Sahara tussen 1960 en 1966. De laatste overlevenden getuigen van hun strijd om de erkenning van hun ziektes en vertellen in welke omstandigheden de kernproeven werkelijk hebben plaatsgevonden.
Djamel Ouahab, een jonge Algerijn, heeft een documentaire gemaakt die ik prachtig vind. Hij voert mannen op die met elkaar verbonden zijn door wat hen overkwam, slachtoffers van de Geschiedenis. Mannen die ons nochtans over vrede spreken, over solidariteit en vergeving.
De jonge Fransen, vertrokken om er hun legerdienst te verrichten, waren van niets op de hoogte. Men heeft hen gebruikt als proefkonijnen. Van een van hen is het gelaat helemaal misvormd. Ze vinden dat Frankrijk hen verraden heeft en daarna in de steek gelaten. |
|
|
|
Touaregs, ongeïnformeerd, hebben zonder enige voorzorg gekeken naar het intense licht dat de eerste kernproef voortbracht. Ze zijn blind geworden. De bevolkingen van de oases zijn eenvoudige mensen, waardig, fier. Ze lijden, terwijl niemand naar hen omziet. Ze voelen het aan als een diepe vorm van onrecht. |
|
|
|
|
|
Fransen en Algerijnen, getekend door de Geschiedenis. Ze zijn beiden, op dezelfde manier, slachtoffers van het onverantwoordelijk gedrag van de politici. Maar hetzelfde tragische lot van de radioactiviteit heeft hen verenigd. Een intieme relatie, die Frankrijk en Algerije voor altijd met elkaar verbindt. |
|
|
|
|
|
|
|
Verblijf in de kliniek |
|
|
|
Het is een ervaring die velen meemaken op een of andere dag in hun leven. Voor mijn darmkankeroperatie onderwerp ik me graag aan de verschillende voorbereidingsrituelen. Ik heb trouwens geen andere keus! Tussen allen die daaraan meewerken, is het vooral de anesthesiste die indruk op me maakt: ze beschikt over de macht me te doen inslapen en me opnieuw te wekken. Magisch! In de reanimatieafdeling, omgeven door buisjes die me van anderen afhankelijk maken, maak ik, zowel ’s nachts als overdag, kennis met het medisch personeel, dat ik erg waardeer.
De ervaring van de apostel Paulus, beschreven in het begin van zijn tweede brief aan de christenen van Korinthe, werpt een goed licht op mijn situatie: “Ondervinden we tegenspoed? Dan is het opdat u bemoedigd en gered wordt. Worden we bemoedigd,? Dan is het opdat u de moed krijgt te volharden”. Het lijden van Christus in ons is een bron van troost. Toch een prachtige vorm van onderricht! “God troost ons altijd en geeft ons in al onze ellende moed, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven”. |
|
|
|
De chirurg komt elke ochtend langs. Hij is zeer tevreden over de operatie. De kanker zal zich niet verder zetten en een aanvullende behandeling is dus helemaal niet nodig. |
|
|
|
|
|
Voor het ogenblik raadt hij me aan te stappen. Ik ga dus op stap in de gangen van de kliniek, en maak er kennis met het personeel dat uit Guadeloupe komt, uit Martinique, uit Mali, uit Laos… |
|
|
|
Nog een korte tijd en dan zal ik de gangen van de kliniek achter me kunnen laten, om eindelijk weer in de straten van Parijs te belanden, wat toch wel veel beter is. |
|
|
|