|
|
Frankrijk gaat deze zomer nieuwe troepen sturen naar Afghanistan. Hoe reageert u daarop? |
|
|
|
|
Niet goed. Frankrijk moet 700 militairen sturen naar een land dat zich in een modderpoel stort van oorlog, corruptie en miserie. Sinds de val van het Talibanregime heeft het terrorisme zich verder ontwikkeld. Ook de drugs. Het gebruik van machtsvertoon is een mislukking. Kiezen voor een op macht gebaseerde aanpak is de slechtste strategie. |
|
|
|
|
Er gaan stemmen op die vragen om een internationale politieke oplossing, die voorrang verleent aan dringende hulpverlening, heropbouw en de rechten van het Afghaanse volk, in het bijzonder van de vrouwen. |
|
|
|
Een ontwerp van richtlijn m.b.t. het vasthouden en uitwijzen van vreemdelingen zal voorgelegd worden aan het Europese Parlement. Het gaat om een zeer repressieve richtlijn. Een verrassing voor u? |
|
|
|
Nee. Sinds meerdere jaren voert Europa op het domein van de immigratie een steeds repressiever politiek beleid. Deze richtlijn voorziet een opsluiting van vreemdelingen die tot 18 maanden kan duren, het vasthouden en uitwijzen van zwakken en minderjarigen, en voor uitgewezenen een toegangsverbod tot het grondgebied van de Europese Unie voor 5 jaar. Werkelijk een beschamende richtlijn! Men werkt aan een Europese burcht, en niet aan een open en solidair Europa. Van overal rijst protest op om te verhinderen dat deze richtlijn aangenomen wordt. |
|
|
|
|
|
Voor de nationale feestdag, 14 juli, heeft de Franse president drie leiders van de Arabische bevolking uitgenodigd. Als de staatshoofden van Tunesië, Egypte en Syrië hun aanwezigheid op het befaamde defilé van de Champs Elysées bevestigen, is dat dan geen belediging voor de rechten van de mens? |
|
|
|
|
Deze drie leiders zijn gekend als dictators en tegenstanders van de persvrijheid. In hun landen worden de mensenrechten met de voeten getreden. Hun aanwezigheid verdraait de betekenis van het feest van de 14e juli, het feest van een volk dat bevrijd is en vrijheid hoog in het vaandel draagt. Het Franse staatshoofd profileert zich niet, zoals hij het beloofd had, als ‘de president van de mensenrechten’. Hij spreidt helaas een vorm van vriendjespolitiek tentoon. |
|
|
|
|