|
|
• Voor een wereld zonder kernenergie |
|
• Een vrije vrouw |
|
• Vuurwerk |
|
• Het ene mensenleven is het andere waard |
|
|
|
|
|
Voor een wereld zonder kernenergie |
|
|
|
|
Er vindt een bijeenkomst plaats in Parijs, op de Place de la République. Ik ontmoet er met vreugde actievoerders uit verscheidene Franse regio’s, met spandoeken, strooibriefjes, maskers… Op de borden gaat het vaak over het nucleair afval. Men weet niet waarheen ermee. Niemand wil het. Men veegt het als het stof onder het tapijt. |
|
|
|
|
Het gaat er gemoedelijk aan toe. De jeugdigheid van de deelnemers treft me. Zonder twijfel zijn zij nog meer dan de anderen overtuigd van de noodzaak van een wereld zonder kernenergie. Wat ik zie en lees versterkt me in mijn overtuiging: |
|
Kernenergie is niet proper en niet vernieuwbaar.
Ze vormt een groot risico voor de huidige en de komende generaties.
De verkoop van kernreactoren, vooral aan dictators zoals Kadhafi, betekent een gevaar voor het milieu en voor het overleven van onze planeet.
Laten we geen nieuwe kernreactoren bouwen in Frankrijk of elders in de wereld.
Het is nooit de bevolking die kernenergie wil, maar haar leiders. |
|
|
|
Opiniepeilingen tonen aan dat meer dan 90% van de mensen aandringen op een doorgedreven uitbreiding van hernieuwbare energie. Met de klimaatveranderingen voor ogen blijkt de optie voor kernenergie een gevaarlijke illusie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Een vrije vrouw |
|
|
|
Toen ik Ingrid Betancourt op de televisie aan het woord zag, trof me haar vrijheid. Een innerlijke vrijheid, die aan haar woorden authenticiteit en diepte gaf. Vrijuit spreken is iets zeldzaams. |
|
|
|
|
Haar eerste woorden waren woorden van dank. Dank aan God, dank aan haar bevrijders, aan haar familie, aan haar vrienden, aan allen die haar gesteund hebben: “Ik hou van jullie, jullie zijn met mij, ik draag jullie in mijn bloed, ik ben van jullie.” |
|
|
|
|
De slechte manier waarop ze behandeld werd en de dagelijkse vernederingen hebben bij Ingrid Betancourt niet geleid tot wrok tegenover haar ontvoerders of haat tegenover haar beulen. Ze zegent hen, en toont daarmee dat ze in staat is het kwaad te overwinnen door het goede: “Zegenen wie u zoveel pijn gedaan heeft, kan u alleen doen groeien.”
Haar vrijheid van spreken wekt verwondering. Schijnbaar onvermoeid beantwoordt de ex-gegijzelde zonder ophouden alle vragen; zonder omwegen laat ze haar emoties blijken en wat ze diep van binnen denkt. Ze houdt ons in de ban. |
|
|
|
Ingrid vergeet niet hen die in de jungle gebleven zijn. Ze zal verder strijden tot de laatste gijzelaar bevrijd is.
Haar vrijheid werkt aanstekelijk. Het zijn altijd vrije mensen die bij anderen diezelfde vrijheid wekken. |
|
|
|
|
|
|
|
Vuurwerk |
|
|
|
Op de avond van de 14e juli, Frankrijks nationale feestdag, begeef ik me naar de Place du Panthéon. Het wordt stilaan donker. Een zomernacht, buiten is het goed.
Er zijn al veel jongeren aanwezig, ze zitten zomaar op de grond. De optie om rechtop te blijven staan krijgt vlug mijn voorkeur. Van overal komen groepen aangestroomd om het traditionele en vermaarde vuurwerkspektakel bij te wonen.
Alle blikken gaan als vanzelf in de richting van de Eiffeltoren, die in de verte oprijst, helemaal verlicht. In die buurt zal het vuurwerk afgestoken worden. |
|
|
|
|
Het zal 23 uur worden. Plots dooft de Eiffeltoren. Iedereen houdt de adem in. Het spektakel zal beginnen. Zodra de eerste vuurpijlen de lucht ingaan staat de massa op, om beter te zien. De kinderen zitten op de schouders van hun vader.
De Eiffeltoren begint te fonkelen: kreten van bewondering. De hemel raakt vol vuur in verschillende kleuren: nieuwe kreten van bewondering. Wat is dit vuurwerk toch populair! Iedereen in die menigte is blij erbij te zijn en mee te trillen met de magie van het licht. |
|
|
|
|
Het wordt laat, en ik besluit naar huis te gaan. Ik verlaat de menigte, aller ogen gericht naar de hemel. Iedereen kijkt omhoog naar de tekens die aan de hemel verschijnen. Ook dat is een heel mooi spektakel. |
|
|
|
|
|
|
|
Het ene mensenleven is het andere waard |
|
|
|
Op de dag waarop de bevrijding van Ingrid Betancourt bekend werd en op veel enthousiasme werd onthaald, vond op de Place du Palais Royal in Parijs een bijeenkomst plaats ten voordele van Marina Petrella, een Italiaanse ex-terroriste, ooit naar Frankrijk gevlucht en sinds twee jaar in de gevangenis. |
|
|
|
|
|
Haar vraag om voorlopige invrijheidsstelling werd herhaaldelijk afgewezen en men blijft dreigen met haar uitlevering aan Italië. Als gevolg daarvan is Marina in een diepe depressie terechtgekomen en bevindt ze zich nu in een psychiatrische isoleercel.
Samen met andere Italiaanse terroristen genoot ze van de opvang die Frankrijk hen aanbood. President Mitterand had zich toentertijd ertoe verbonden deze Italiaanse vluchtelingen niet naar hun land terug te sturen indien ze het geweld afzwoeren.
Op die manier heeft Marina in Frankrijk een normaal leven kunnen leiden, samen met haar levensgezel en hun twee kinderen, aan de slag als maatschappelijk werkster.
Alles ging goed tot de dag waarop de Italiaanse regering om de uitlevering vroeg van vroegere terroristen, onder wie Marina. De Franse autoriteiten zijn daarop ingegaan, en hielden zich niet aan hun gegeven woord – dat ons land nochtans tot eer strekte. |
|
|
|
|
Op de Place du Palais Royal sta ik naast de levensgezel van Marina, die een vriend geworden is. Wanneer ik op mijn beurt het woord neem, richt ik me tot de aanwezigen: “Vandaag vieren we de bevrijding van de Colombiaanse gijzelaars, en in het bijzonder van Ingrid Betancourt. Maar wij zijn hier omwille van Marina, met wie het niet goed gaat. Haar leven is in gevaar. Het ene mensenleven is het andere waard.” |
|
|
|
|
Een jongeman komt naar me toe en zegt: “Wil aanvaarden dat een ongelovige, een vrijzinnige, de hand drukt van een gelovige.” Ik had geen moeite om dit te aanvaarden… |
|
|
|