bible
 
Missie  
   
proclamer la bonne nouvelle Het woord ‘missie’ als dusdanig komt niet voor in de evangelies. Gelukkig maar, want dit woord ruikt naar proselitisme, zelfs kolonialisme, waarvoor we vandaag een afkeer hebben. Het is het werkwoord ‘zenden’ ofwel de gebiedende wijs “Ga…” die we tegenkomen: “Ik zend hen naar de wereld, zoals u mij naar de wereld hebt gezonden…” (Joh. 17,18). “Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend” (Marcus 16,15).
 
   
Maar als men gezonden is, dan is het om iets te doen. Waarover gaat dit dan? Men zou kunnen terugvallen in de vergissingen van het verleden en letterlijk interpreteren wat Matteüs erbij heeft gevoegd: “Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb” (Mt 28,19-20). Je moet aanhangers winnen, hen dopen en hun een moraal inscherpen. We kennen maar al te goed de excessen die met dergelijke woorden gerechtvaardigd konden worden: gedwongen doopsels, verplichte gedragingen, het opleggen van een Westerse cultuur die verondersteld werd superieur te zijn… enz. – waardoor het beeld versterkt werd van een God die overheerst en vervreemdt.  
   
Als men onderzoekt hoe op andere plaatsen de zending geformuleerd wordt, merkt men dat het over iets heel anders gaat. Het gaat erom het goede nieuws en de nabijheid van het Rijk van God bekend te maken. En hoe gebeurt dat? Niet op de eerste plaats met woorden, maar met daden.  
   
faire des guérisons “Ga op weg en verkondig: ‘Het koninkrijk van de hemel is nabij.’ Genees zieken, wek doden op, maak mensen die aan huidvraat lijden rein en drijf demonen uit.” (Mt 10,7) en verder: “Hij zond hen uit om het koninkrijk van God te verkondigen en zieken te genezen” (Lc 9,2). Jezus zelf kijkt op geen andere wijze aan tegen zijn rol en zijn zending. Als Johannes de Doper hem vanuit de gevangenis laat vragen of hij wel degene is die men verwacht, of men niet een andere moet verwachten, dan antwoordt Jezus niet met mooie woorden, maar met wat aan het gebeuren is: “Blinden kunnen weer zien en verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt (op die manier) het goede nieuws bekendgemaakt” (Mt 11,2-5).
 
   
Om op deze zending, die zich tot elke leerling van Jezus richt, te antwoorden, moeten we nog zien te achterhalen welke vormen van blindheid vandaag het zicht volledig verhinderen, welke vormen van doofheid maken dat mensen vandaag niets meer horen, welke vormen van melaatsheid hem vandaag misvormen. Wat is het dat ons belet om stappen te zetten en dat onze vrijheid aan banden legt? Wat is het wat ons ziek maakt en ons doet sterven, waarvan we moeten genezen en verrijzen?  
   
Vandaag het goede nieuws bekend maken, dat is geloven in het leven, dat is meer mens worden, dat is de waardigheid van elke mens, man en vrouw, bevorderen door te strijden tegen elke vorm van overheersing en uitsluiting, tegen het geweld en de oorlog.
mission aujourd'hui
 
   
Het Rijk van God verkondigen, dat is ijveren voor de vrijheid van denken en doen, en afwijzen wat dit in de weg staat; het is, in solidariteit met onze broeders en zusters, op zoek gaan naar een betere vorm van samenleven en zich inzetten voor de opbouw van een maatschappij van gerechtigheid en vrede. Dit is de ‘missie’ die ons ten deel valt en die ons misschien de vreugde zal bezorgen te kunnen zeggen: “Ja, het rijk der hemelen is naderbij gekomen”.