Door de verdrukking is het weer stil geworden in Birma. Na de opstand van de boeddhistische monniken en de Birmaanse bevolking, wat valt er nog te hopen?
De boeddhistische monniken zijn erin geslaagd duidelijk te maken dat ze zich inzetten voor het welzijn van de Birmaanse bevolking, en vooral dat het hen niet aan stoutmoedigheid ontbreekt om ongewapend en onbeschermd te manifesteren.
Deze monniken hebben bij ons het verlangen gewekt om ons bij hen aan te sluiten en in solidariteit met hen mee te strijden, daar waar wij wonen. Op dit ogenblik denken we, ook al beschikken we over weinig of geen informatie, dat veel monniken en ook jongeren gevangen zijn genomen, gemarteld of terechtgesteld.
De bevolking van Birma kan niet meer openlijk weerstand bieden. De repressie is op hen neergekomen als een blok lood. Wij moeten de fakkel overnemen en hun strijd verder zetten. Het is vooral de taak van de internationale gemeenschap om moedig tussenbeide te komen en geen vriendjespolitiek te voeren om de eigen belangen veilig te stellen.
17 oktober is de Werelddag van verzet tegen extreme armoede. Veel redevoeringen, maar weinig veranderingen. Kan de armoede uitgeroeid worden? Er zal altijd armoede zijn?
Op 17 oktober krijgen verenigingen die strijden tegen de armoede de kans om het woord te nemen, er vinden bijeenkomsten plaats, het staatshoofd mengt zich in het debat. Scholen nemen initiatieven om de jongeren te sensibiliseren. Het bewustzijn groeit, men begrijpt dat de toekomst afhangt van de solidariteit. Dat is positief, maar het volstaat niet.
Hoe kan het dat er in onze landen nog gezinnen zijn die op straat wonen bij gebrek aan huisvesting? Dat studenten in Parijs geen logement vinden en verplicht zijn leegstaande panden te kraken? Er is geen politieke wil om deze problemen op te lossen; jaar na jaar blijven ze aanslepen.
De wetten van de markt, de corruptie, en onrechtvaardige praktijken gooien mensen in de armoede en houden de sociale kloof in stand. We zullen altijd moeten strijden.
In november zal in de VS een internationale ontmoeting plaatsvinden om in het Midden-Oosten een nieuw vredesoffensief te lanceren. Mogen we hopen dat een Palestijnse staat ooit het licht ziet?
Een leefbare Palestijnse staat is niet voor morgen, denk ik. Met het voorbijgaan van de jaren wordt een Palestijnse staat minder en minder waarschijnlijk. Men voert een politiek van de voldongen feiten: de Bezette Gebieden blijven, de bouw van de muur gaat voort, de Westelijke Jordaanoever is bezaaid met nederzettingen die zich altijd maar verder uitbreiden, de blokkade in de Gazastrook is nog versterkt, de Palestijnen kunnen zich nog altijd niet vrij verplaatsen. Van de tienduizend Palestijnse gevangenen kwamen er slechts enkele honderden vrij. En wat vooral kwaad bloed zet: zal men op deze conferentie de verdeling van Jeruzalem aansnijden? Hoe kan men, in de actuele omstandigheden, terugkeren tot de grenzen van 1967?
Het is duidelijk: op het terrein is er niets aan het bewegen waardoor de vrede kansen zou kunnen krijgen.