|
|
• Maskers af! |
|
• Coudray |
|
• Een zegen voor echtgescheidenen die opnieuw trouwen |
|
• Amnesty International |
|
|
|
|
|
Maskers af! |
|
|
|
Op een mooie zomerochtend neem ik de metro naar de voorstad. Op dit uur zijn de meeste reizigers op weg naar hun werk. Ik heb een zitplaats en mediteer over het evangelie van de dag in een boekje. |
|
|
|
|
Plots schiet een man die staat in een hevige woede, stampt en slaat met zijn vuisten op de deur van het metrostel. Hij moet zowat 30 zijn. Hij heeft een getaande huidskleur. Zijn gelaat boezemt schrik in. Hij komt en gaat, schopt opnieuw heel hard tegen de deur. “Het is niet mogelijk”, herhaalt hij luid, “dat moet mij weer overkomen. Ik heb me vergist van richting”.
Ik dacht bij mezelf: “Dat is nog eens iemand die in staat is om zijn woede te uiten, en iedereen te laten horen waarom hij zo woedend is." |
|
|
|
|
Ongetwijfeld vond hij het heel belangrijk om op tijd op zijn werk of op een afspraak te zijn. Maar goed, in het station waar de metro zich splitste, had hij de verkeerde richting genomen. In het treinstel blijven de passagiers onbewogen om te vermijden dat het geweld van die man zich plots tegen hen zou keren.
Maar plots komt hij naar me toe en zegt heel verdrietig: “Ik heb toch geen geluk!” De andere passagiers zijn stomverbaasd. |
|
|
|
Waarom moet hij uitgerekend naar mij komen? Ik kijk hem aan en zeg hem:”Het overkomt me ook dat ik de verkeerde richting neem. Maar u zult vlug terug in het station zijn waar u de andere richting uit kunt.” De man begon te glimlachen en zijn gelaat werd heel mooi. Hij gaf me de hand: “Ik herken u.” |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Coudray |
|
|
|
Op de heuvels van de stad Poissy is de wijk Coudray ‘verboden gebied’ geworden. Niemand gaat erheen. De winkels blijven dicht. Bewoners zijn weggetrokken en lieten de gebouwen troosteloos leeg achter. Een desolate indruk. |
|
|
|
|
In Poissy, een welvarend stadje aan de oevers van de Seine, werd in de 13e eeuw de heilige Lodewijk geboren, koning van Frankrijk. Vandaag is de burgemeester van plan de woonblokken van Coudray neer te halen om er residenties te bouwen, of een hospitaal. Maar dat is gerekend buiten de gezinnen die Coudray niet willen verlaten en zich verenigd hebben om zich te verdedigen. Ze willen dat men de flatgebouwen opnieuw bewoonbaar maakt. Een aantal van hen logeren al twee maanden onder grote tenten.
Ik hou van deze heuvels van Poissy, de natuur is er zo genereus. Dit zou een paradijs kunnen zijn! Onder een boom, die ons met zijn grote takken beschermt tegen de zon, vindt een persconferentie plaats. |
|
|
|
|
Mijn gedachten gaan naar de heilige Lodewijk, die recht sprak onder een eik. Rondom rijzen de flatgebouwen op, hun luiken gesloten. De kinderen zijn aan het spelen en de grotere jongeren wachten op het resultaat van hun eindexamen.
Ik vind het onaanvaardbaar dat men gezinnen buiten laat logeren terwijl naast hen woningen leeg staan. Tegenover de journalisten pleiten twee verantwoordelijken van de vereniging met hand en tand voor het renoveren van de gebouwen. Ze krijgen meer en meer steun. Op het niveau van de prefectuur begint er iets te bewegen. Één iets werd al verzekerd: de school van Coudray blijft open als het nieuwe schooljaar begint. |
|
|
|
|
|
Een zegen voor echtgescheidenen die opnieuw trouwen |
|
|
|
Na de ceremonie op het stadhuis komen allen, familie en vrienden, opnieuw bijeen in het huis van de pasgehuwden. Iedereen blijft staan, een beetje dicht bij elkaar, in de grote woonkamer. De gehuwden, omringd door hun kinderen, hechten veel belang aan deze zegen. Het is voor hen een zeer betekenisvol gebeuren. Daarom nemen ze het woord, niet alleen om aan hun situatie te herinneren, maar vooral om te zeggen wat ze van plan zijn te maken van deze nieuwe etappe in hun leven. |
|
|
|
In hun woorden klinkt vrijheid door. Het klopt, ze zijn thuis, in hun eigen huis, en bijgevolg meer op hun gemak dan in een kerk. Maar vooral, vind ik, is hun woord getekend door het gewicht van hun menselijke ervaring. Hun taal is bescheiden, ze spreken met kennis van zaken. We zijn er allen bij om ze toe te wensen dat hun huwelijk mag slagen.
|
|
|
|
|
Er wordt een blaadje rondgedeeld en we zingen met hart en ziel “In mijn leven jouw aanwezigheid vinden”. De echtgenoten reiken me hun ringen aan. Ik zegen ze en zij schenken ze aan elkaar: “Ontvang deze ring. Moge hij het teken zijn van onze liefde en trouw.”
De aanwezigen applaudisseren. Woorden van vrede besluiten deze korte viering: “Moge de vrede wonen in dit huis, moge zij altijd heersen onder jullie.” En het feest gaat verder… |
|
|
|
|
|
|
|
|
Amnesty International |
|
|
|
Sinds jaren steun ik de strijd van Amnesty met een bescheiden financiële bijdrage en het ondertekenen van petities. Deze maand ben ik erg onder de indruk van de aangrijpende getuigenis van een scholiere van 12 en een half jaar uit Ivoorkust. In het conflict in dit land is verkrachting een echt oorlogswapen geworden. Het dient om te straffen, te vernederen, te terroriseren. |
|
|
|
“Ze klopten op de deur en vroegen me, onder bedreiging, om mee te gaan. Sommigen van hen waren opstandelingen, ze droegen gevechtskledij. Toen we in hun kamp aankwamen hebben ze me geslagen. Vier van hen kwamen mijn handen en voeten vasthouden, terwijl meer dan tien mannen me verkrachtten, de een na de ander. |
|
|
|
|
|
‘s Anderendaags kwamen nog andere mannen. Ik heb geprobeerd aan hen te ontsnappen door te zeggen dat ik verkracht was geworden, dat ik misschien wel aids had opgedaan, en dat dit voor hen gevaarlijk kon zijn. Woedend hebben ze me geslagen en opnieuw begon dezelfde scène als de avond voordien. Ik bleef ternauwernood bij bewustzijn, zoveel pijn had ik. Ik geloof dat ze me nadien achtergelaten hebben in de brousse, waar ik de hele nacht ben blijven slapen. |
|
|
|
|
Op dit ogenblik is mijn schaamte nog groter dan de pijn. Ik ben voorgoed bezoedeld en ik weet dat mijn familie me zal verstoten, dat ik mijn studies niet zal kunnen voortzetten en dat ik alleen zal blijven, niets te eten zal krijgen, zoals dat ook gebeurd is met een andere studentin. Naar het zorgcentrum durf ik niet gaan. Overal worden vrouwen verkracht, de wegen zijn gevaarlijk, ik ben veel te bang. Ik verlang alleen nog te sterven.” |
|
|
|
|