|
|
• Solidariteit op straat |
|
• De opstand van de gewetens |
|
• Malik Oussekine |
|
• Betoging in Poitiers |
|
|
|
Solidariteit op straat |
|
|
|
Het is nacht. De warenhuizen zijn verlicht en versierd en kondigen het nakende kerstfeest aan. Het is druk op straat. Terwijl ik op het voetpad loop zie ik plots een man liggen op de grond zelf. Hij lijkt levenloos. Er staan enkele mensen rond. Een jongere heeft met zijn gsm onmiddellijk een ambulance opgebeld.
|
|
|
|
|
Wie is deze man die op dit voetpad ligt? Hij is eenvoudig gekleed, armoedig. Geen tas, geen voorwerp in zijn buurt. Zijn gezicht is getekend met rimpels. Zijn ogen zijn dicht. Maar plots brengt hij een woord uit: «Ik heb het koud». Meerdere keren herhaalt hij dit woord. |
|
|
|
|
Onverwijld trekt een meisje haar jas uit en strekt hem uit over het lichaam van deze arme man. Vervolgens rolt ze haar pull op en schuift die zachtjes onder zijn hoofd. Nog een andere jongere spreekt hem aan om hem aan te moedigen: «Men is met u bezig. Wees niet ongerust. Het duurt niet lang meer voor de ambulance er is».
|
|
|
|
«Daar is de ambulance» kondigt hij die haar met zijn gsm heeft opgeroepen aan. Terwijl de hulpdiensten zich met de man bezighouden, laat een vrouw, die uit die buurt moet zijn, weten wat ze ervan denkt: «Wie deze man ook is, het is toch een mens!».
|
|
|
|
Ik sta vol bewondering voor deze jongeren die zo menselijk tussenbeide zijn gekomen, en ik bedank ze. «Dat is toch normaal» zeggen ze, «het is iemand zoals wij».
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De opstand van de gewetens |
|
|
|
Men heeft bij hoogdringendheid een persconferentie georganiseerd met betrekking tot een gezin uit Kosovo dat bedreigd wordt met uitwijzing naar zijn land van herkomst. Ze zijn vijf jaar geleden in Frankrijk aangekomen. Hun drie kinderen gaan naar school, twee van hen zijn in Frankrijk geboren. |
|
|
|
De stappen die men gezet heeft naar de autoriteiten hebben niets veranderd aan de beslissing tot uitwijzing. Het gezin wordt met geweld op een vliegtuig gezet met bestemming Kosovo. Geconfronteerd met het verzet en het protest beslist de boordcommandant om het gezin het vliegtuig te doen verlaten. |
|
|
|
|
|
Aan tafel op de persconferentie, voor een ruim publiek, nemen twee vrouwen die nauw met dit gezin verbonden zijn het woord, heel menselijk, verontwaardigd, aangedaan. Het zijn geen politieke redevoeringen. Ik bewonder de manier waarop ze zich uitdrukken, met woorden recht uit het hart: «Waarom deze hardnekkigheid? Dit gaat te ver. Deze kinderen zullen getraumatiseerd zijn voor de rest van hun leven. Dat kunnen we niet laten gebeuren.»
|
|
|
|
Maar de prefect blijft onbewogen, en blijft bij zijn redenering. Hij handelt in opdracht. De dreiging van een nieuwe uitwijzing kan elk moment toeslaan.
|
|
|
|
|
Steeds meer mensen komen in beweging. Ze breidt zich uit naar scholen, lycea, politici, verenigingen, vakbonden, de media… Een belangrijk moment: dat van de opstand van de gewetens. |
|
|
|
|
Als we de vreemdelingen beroven van hun mensenrechten, dan zijn het de onze die in gevaar zijn. Als wij het vandaag op hun vrijheid gemunt hebben, dan riskeren wij morgen onze vrijheden te verliezen. |
|
|
|
|
|
Malik Oussekine |
|
|
|
Op het voetpad in de Rue Monsieur le Prince, nr. 20 – in het 6e arrondissement van Parijs – kan men voortaan deze woorden lezen, gegraveerd in een zwarte gedenkplaat: |
|
|
|
|
Malik Oussekine
22 jaar
student
doodgeslagen
tijdens een betoging
op 6 december 1986 |
|
|
|
|
Die gebeurtenis heeft me toen erg geraakt. Daarom wou ik erbij zijn.
|
|
|
|
De burgemeester van Parijs brengt hulde aan deze Fransman van Algerijnse afkomst als hij de gedenkplaat onthult. Geen enkele toespraak. Naast de gedenkplaat, een boeket bloemen met daarbij de woorden van dichter Pablo Neruda: «Ook al snijden ze alle bloemen af, de lente houden ze niet tegen». |
|
|
|
Waarom 20 jaar wachten om hier hulde te brengen? De krachten van de vergetelheid zijn aan het werk. Er zijn maar weinig mensen naar deze plek gekomen om hulde te brengen. |
|
|
|
De dood van Malik had heel veel emoties losgeweekt over heel Frankrijk. De minister van onderwijs trad af. Zijn project voor een hervorming van de universiteit werd begraven. En de twee agenten die Malik met hun matrakken met ongelooflijk geweld sloegen, werden veroordeeld tot gevangenisstraffen met uitstel!
|
|
|
|
Wanneer studenten betogen, zoals in de voorbije lente, en de politie brutaal tussenbeide komt, dan vrees ik altijd dat het drama van Malik zich ooit zal herhalen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Betoging in Poitiers |
|
|
|
|
Het stormt wanneer de vakbondslui met treinen en bussen aankomen in Poitiers. Men zou denken dat de stad belegerd is. Ze zijn van bij hen thuis al heel vroeg vertrokken als afgevaardigden uit alle hoeken van Frankrijk.
Ze zijn voorzien van badges, spandoeken en vlaggen die wapperen in de wind en komen met duizenden bijeen om vier vakbondsmilitanten te steunen in Poitiers die voor het Hof van Beroep verschijnen. |
|
|
|
|
Waarvan men ze beschuldigt? Van deelname aan de brandstichting in de zetel van het patronaat in La Rochelle in 2003, tijdens een manifestatie van 1500 mensen. Twee van hen werden in juni laatstleden veroordeeld tot 1 maand gevangenis met uitstel en tot het betalen van samen 1,2 miljoen euro! Voor deze eenvoudige bedienden zou dit overeenkomen met 75 jaar salaris…
|
|
|
|
Midden in die menigte, waardeer ik de broederlijke en opgeruimde sfeer. Wij zijn er allen voor dezelfde zaak. Hoeveel deugd doet het dan, een gesprek aan te knopen, elkaar te leren kennen of te herkennen, te luisteren naar woorden van hoop. Moeilijk om een foto te weigeren: «Mijn moeder is vol van u en zal zo blij zijn u samen met mij op de foto te zien!» |
|
|
|
|
|
Moeilijk ook om een glaasje muskaat of whisky te weigeren. Vakbondsmensen komen niet af zonder munitie. In hun rugzak hebben ze reserves voor de hele dag. |
|
|
|
De aanwezige journalisten beginnen onveranderlijk met deze vraag: «Waarom bent u naar deze manifestatie gekomen?». Het antwoord is hetzelfde: «Om de vrijlating te vragen van deze vier militanten». |
|
|
|
Rekening houdend met het feit dat er niets steekt in het dossier, ga ik ervan uit dat ze onschuldig zijn. Het vervelende van de hele zaak is echter dat ze een voorbeeld willen stellen om syndicale acties te criminaliseren.
|
|
|
|