|
|
De tenhemelopneming van Maria |
|
|
|
|
We vieren op 15 augustus, hartje zomer, het feest van de Tenhemelopneming van Maria. Maar wat betekent dat woord? Het komt niet voor in de bijbel, die overigens zeer weinig over Maria vertelt.
Etymologisch betekent opneming ‘bij zich nemen’. Jezus, haar zoon, die de christenen beschouwen als de Christus, de gezant van God, heeft haar bij zich genomen, in zijn verheerlijking, zoals die bleek toen hij opsteeg naar de hemel, zijn ‘Hemelvaart’. Evenmin als Jezus is Maria er nog op een aardse, historische manier. De Catechismus van de Katholieke Kerk zegt (966): “De tenhemelopneming van de heilige Maagd is een bijzondere deelname aan de verrijzenis van haar zoon en een vooruitlopen op de verrijzenis van de andere christenen.” |
|
|
|
|
Pius XII heeft in 1950 het dogma van de Tenhemelopneming van Maria vastgelegd. Men zou kunnen denken dat het om een leer van vrij late oorsprong gaat. In werkelijkheid heeft de Mariale cultus zich ontwikkeld vanaf het begin van het christendom. Maria lijkt ons meer nabij dan God, ze is een soort tussenstation tussen het goddelijke en het menselijke. Vergeet niet dat de christelijke religie een patriarchaal voorkomen heeft, net als de beschaving waarin ze ontstond. Ook al weten we dat God geen seksueel wezen is, toch zijn de termen die we gebruiken om over God te spreken – Vader, Zoon, Heilige Geest – en de beelden die we ons van God maken mannelijk. Er was dus nood aan een vrouwelijke noot. Maria werd die glimlach van God. |
|
|
|
De Tenhemelopneming is niets anders dan de bekroning van een bij de bevolking diepgewortelde mariale cultus, en met name ook in Frankrijk. Lodewijk XIII zijn koninkrijk aan Maria toegewijd heeft en om haar te eren op 15 augustus een processie in het leven geroepen. Het dogma heeft de volkse vroomheid bevestigd, ook al heeft de verering van Maria soms tot excessen geleid en werd van haar een echte godin gemaakt, in wie men de vrouw en de moeder idealiseert. |
|
|
|
Vandaag weigeren veel vrouwen dit onmogelijke model van Maria als maagd en moeder. Ze willen niet langer uitsluitend gedefinieerd worden vanuit hun seksuele specificiteit. Maria is niet het model van ‘de vrouw’, maar van iedere gelovige – man of vrouw – die, zoals zij, in geloof op weg gaat. |
|
|
|
|
|
De weinige teksten in de evangelies die over Maria handelen laten een andere persoonlijkheid zien, met kwaliteiten waarvoor men vandaag meer gevoelig is dan in de voorbije eeuw. Maria is een vrije vrouw die vertrouwen heeft. In alle vrijheid zegt ze ‘ja’ tot de engel die haar de geboorte aankondigt van een zoon met een bijzondere bestemming (Lucas 1,20vv.), een zoon die haar zal doen lijden, zoals de oude Simeon het haar voorspelt: ”Een zwaard zal je hart doorboren” (Lucas 2,35). |
|
|
|
|
Ze lijdt niet alleen bij de dood van haar zoon, waarbij ze volgens Johannes aanwezig is, maar reeds wanneer hij als jonge adolescent wegblijft zonder iets te zeggen en zij en Jozef samen drie dagen lang in heel Jeruzalem angstig naar hem op zoek gaan (Lucas 2,41-51). Ze heeft vertrouwen in hem, ook al snauwt hij haar af, zoals in Kana: “Vrouw toch, wat wilt u van me? Mijn tijd is nog niet gekomen.” Waarop zij tot de bedienden zegt: “Doe maar wat hij jullie zegt, wat het ook is” (Johannes 2,4-5). |
|
|
|
|
Het ‘Magnificat’, het loflied dat ze in de mond neemt tijdens haar bezoek aan Elisabeth, is een bevrijdingslied, een revolutionaire kreet: “Heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, maar rijken stuurt hij weg met lege handen” (Lucas 1,46-53). Het is de nieuwe wereld, de utopie van het Koninkrijk, nu al aanwezig, maar waartoe wij geroepen zijn onze medewerking te verlenen. |
|
|
|
Laten we maar leren bij dit woord ‘tenhemelopneming’ iets te vermoeden van wat met de toekomst van elke man en elke vrouw te maken heeft en waarin Maria, haar zoon achterna, ons is voorgegaan. Dan wordt 15 augustus het feest van de hoop. |
|
|
|
|